eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    37

    107A. 1607 november 15. Van A. ten Haeff.1

    Erentfeste, hoochgheleerde, wijse, zeer voorsinighe,

    Door mijn subiet vertreck en hebbe ick niet naer connen comen de ghedaen belofte van uE. in handen te stellen de pointen van considerasiën die ick in de sake van den Ostindischen handel bevinde dat uE. noch nodich heeft tot voltrecken van uE. begoste werck, ende om de sake niet langher te dilaieren, zoo hebbe ick niet willen naerlaten deselven hyermede te senden. UE. zal deselve connen apliseren daer se van node sullen sijn.

    Ick weet wel dat men daerop verscheyden vraghen can doen, die men moet solveren, dan dat is noch te primature ende tot mijnder wedercomste meene ick die uE. mondelinghe te verclaeren, alzoo ick die niet gherne door de penne soude laten paseren.

    Wij hebben hyer verscheyden jonghe avisen van Spaniën, die over zee comen met de schepen die daghelicke ariveren, ende verclaeren dat men aldaer onder grote ende clene zeer verlanckt naer den vrede ende men stroyt daer onder de ghemeente dat de vreden buiten twijfel ghetroffen zal worden. Van gheliecke wort hyer van Bruisele ghes[chreven] ende van bekende mondelinghe verclaert. Doch wat van de sake selve zal sijn, moet ons den tiedt leeren, die nu haest voorhanden is, als wanneer het Spanse ghemoet in 't openbaer zal moeten comen.

    Godt almachtich wil ons een eerlike, crestelike ende versekerde wuytcomste verlenen, dien ick bidde, erentfeste, hoochgheleerde, wijse, zeer voorsinighe, uE. beware in een ghelucksalich leven,

    uE. dienstwillighe,
    Adriaen ten Haeff, m.p.

    Dese 15en November 1607 te Middelburg.

    Adres: Erentfeste, hoochgheleerde Mr. Huigo de Grote, advocat voor 't Hof [van] Hollant, te 's Gravenhaghe.

    Bijlage:2

    Brieven van den coninck van Spaengien.

     

    No. 1: Een brieff van 27 January 1607 aen don Martin Afonco de Castro, vice-roy in Oost-Indiën, daerin hem belast wordt de rebbellen van Hollant in de suydelijcke quartieren te castijden, alsmede de naturellen ende ingebooren die hun ontfangen ende acces geven; dat hij oock competent getal van oorlogsschepen in die quartieren soude laten ende daerover voor generael stellen don Andrea Furtado Mendoça.

    38

    No. 2: Een brieff van 28 November anno 1606 wt Lisbona aen don Martin voorszegd, daerin hem gesonden wordt een placcaet, daerbij geordonneert wordt dat men alle vremdelingen als Franchoisen, Italiaenen, Hooghduytsen ende Nederlanders die in Indiën woonen ende wel over Persiën ende Turquijen daer gecomen sijn, sal doen vertrecken.

     

    No. 3: Een brieff van 27 January 1607 in Madril aen don Andrea Furtado Mendoza, daerbij hem geordonneert wordt aen den vice-roy wel te informeren van 't fortificeren van de stadt van Malacca, het maken van eenige forten in Sincapura en elders.

     

    No. 4: Een brieff van 27 January 1607 in Madril aen don Martin de Castro, daerin hij ernstigh vermaent wordt om tot Achem ende in de enghten van Sabaon ende Sincapura fortressen te maecken.

     

    No. 5: Een brieff van 24 November 1606 wt Lisbona aen den capiteyn van de fortresse van Megapatan, daermede incompt van de vremdelingen daer overal te doen vertrecken.

     

    No. 6: Een brieff van 23 December anno 1606 wt Lisbona aen den coninck van Cananor, daerin hij bedanckt wordt van de rebellen in sijn landt niet geadmitteert te hebben ende daerin voort te willen continueren, enz.

     

    No. 7: Een brieff van 27 January 1607 wt Madril aen Jeromino van Azevedo, daerin hem belast wordt de conqueste van het eylant van Zeylon te voorderen, enz.

     

    No. 8: Een brieff van 19 December 1606 wt Lisbona aen Vasco Fernandes Pimentel, tracterende van den coninck van Cochin.

     

    Brief van den vice-rey van Portugael.

     

    No. 9: Een brieff van 22 December 1606 wt Lisbona aen Bras Correa, toesiender van de goederen in Oost-Indiën, daerin vermaent wordt van groote schepen aldaer te furneren tot castijdinge van de rebellen.

     

    No. 10: Een brieff van 13 February 1607 wt Lisbona aen don Martin Alfonso de Castro, daerin getracteert wordt van Machau te fortificeren.

     

    No. 11: Een brieff van 18 January 1607 wt Lisbona aen don Martin Alfonso de Castro, daerin veel saecken getracteert worden ... lesten.3

    In dorso staat in een onbekende hand: F 3.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, verz. Koloniale aanwinsten Oost-Indië no. 53, F. 381, eigenh. oorspr., en f. 331, eigenh. oorspr. (bijlage). Zie Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven, tweede serie 7 (1934), p. 15. Gedrukt in E.N van Kleffens, ‘Over zes brieven uit het bezit van Hugo de Groot’, in: Mededelingen der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, nieuwe reeks 23, no. 16, Amsterdam 1960, p. 488 en 479-480. Adriaen Hendricksz. ten Haeff (1560-1608), Middelburgs magistraat, was bewindhebber der Verenigde Oostindische Compagnie voor de Kamer Zeeland (NNBW II, kol. 538-539). In zijn brief verwijst hij naar bijgevoegde documenten, die Grotius van nut konden zijn bij zijn verdediging van de belangen van de compagnie; deze belangen waren als gevolg van de onderhandelingen met Spanje over vrede of bestand onder druk komen te staan. Grotius kan de documenten van Ten Haeff verwerkt hebben in een nota die hij in deze tijd in voorbereiding had en die in verscheidene redacties in zijn papieren bewaard is gebleven (ARA, verz. Koloniale aanwinsten Oost-Indië no. 53, f. 295-299, f. 405-413 en f. 415-419).
    2 - Zie voor deze lijst van brieven het hierboven aangehaalde artikel van Van Kleffens. Voor een directe samenhang tussen de lijst en de brief van Ten Haeff zijn geen aanwijzingen gevonden.
    3 - De laatste twee of drie woorden (‘met den lesten’?) zijn nagenoeg onleesbaar.