eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    58

    175A. 1609 oktober 17. Van de Staten van Zeeland.1

    Erntfesten, etc.,

    Alzoo op den 17 der voorleder maent van Augusti tot Vlissingen in apprehensie is gedaen stellen onsen waterbailliu Robert Jolijt, denwelcken alsnogh aldaer wert gedetineert ende alhoewel wij zeer geerne hadden gesien dat dese zaecke met gevoeghlijckheyt hadde konnen werden afgedaen ende dat zulcx t'onsen leetwesen tot nogh toe niet en heeft konnen tewegegebraght worden, zoo zijn wij genootzaeckt geweest de zaecke te remitteren aen de justitie ende hebben tot dien eynde goetgevonden de missiven, resolutiën ende andere stukken dese zaecke concernerende uE. in handen te stellen ende uE. te lasten dienvolgende de gereghtigheyt van den lande van Zeelant te bewaren ten eynde de voorszegde apprehensie kosteloos ende schadeloos magh worden afgedaen, daer ende zoo dat behooren zal.

    Hiermede, erntfesten, etc.

    In 't Hoff van Zeelant, tot Middelburg, den 17 October 1609.

    Bovenaan de brief staat: Aen den heere advocaet-fiscael.

    Notes



    1 - Gedrukt in Notulen van de Staten van Zeeland 1574-1798, 1609, p. 297-298. Vgl. ibidem, p. 268-269 en 276, resoluties dd. 14 en 16 oktober 1609. Deze brief handelt over ‘de questie van de affgehaelde anckers’, die in Grotius' ambtelijke briefwisseling van deze periode herhaaldelijk aan de orde komt. Waterbaljuw Robert Jolijt (waterbaljuwschap Arnemuiden, standplaats Middelburg) werd op 17 augustus 1609 door de baljuw van Vlissingen, Lubbert de Fresne, gearresteerd op grond van de beschuldiging dat hij prins Maurits, markies van Veere en Vlissingen, had benadeeld door zonder overleg in Veere beslag te leggen op enkele ankers; deze waren door Veerse vissers ‘omtrent den Haeck’, een fort op het eiland Walcheren onder de jurisdictie van Veere, uit zee opgehaald. Namens de Staten van Zeeland trad advocaat-fiscaal Grotius op in het proces voor het Hof van Holland tegen de Raad en Rekenkamer van prins Maurits, instellingen die de belangen van de heerlijkheid Veere moesten behartigen. Vgl. Encyclopedie van Zeeland III, p. 276; L. Zoodsma, ‘Roerende de bailliu van de wateren van Zeeland’, in: Ter recognitie. Opstellen aangeboden aan prof. mr. H. van der Linden ..., onder redactie van C. Streefkerk en S. Faber, Hilversum 1987, p. 251-264, hier p. 257-259 en 363.