117
Mijnheere,
Gelijck ick uE. altijdt ten hooghste hebbe geadmireert over de sonderlinge sorge dye deselve is draegende in het opbrenghen van zijne zoonen, daervan ick mij nyet minder en belove dan dat dye t'eenighen tijdt sullen zijn de uytnemenste verstanden van onse quartieren, alsoo heb ick uE. zeer te bedancken van de eere dye mij werdt aengedaen als ick versocht werde om tot een soo treffelijcken saecke mijn advys te contribueren.
Om daerinne uE. te dyenen, soo heb ick nyet connen naelaeten uE. te adverteren dat ick mij wel hebbe bevonden met naerstelijcks te resumeren de Paratitla Wesembecii.2 Maer nochtans considererende dat tot behulp van de memorie van de jonckheyt nyet soo dyenstigh en is als een goede methode dye in ordine Pandectarum nyet en werdt bevonden, soo soude ick prefereren secker Compendium iuris civilis, eertijdts gedicteert bij Donellum, waervan veele studenten, oock eenighe advocaten hebben geschreven copyen.3 Mij gedenckt hetselve gelesen te hebben ende daerin bevonden beter ordre ende claerder definitiën, divisiën ende regulen als in Lago.4 't Soude goedt zijn dat den precepteur, dye haer dit Compendium soude voorlesen, hunselve wat oeffende in editis Commentariis Donelli,5 dewelcke dyenen tot breder explicatie van hetselve Compendium.
118
Ende soo wanneer Donellus - gelijck meest alle geleerden doen - sustineert eenighe zijne particuliere opinie, dat de discipulen daervan cortelijck mochten werden geadverteert. Ick meene dat het onnoodigh sal zijn uE. soonen te vermaenen dat zij haerselven wel famili[a]er maecken tres titulos Pandectarum, de Origine iuris, de Verborum significationibus et de Regulis iuris,6 daerbij voegende alia Axiomata a Pacio,7 Grimaldo8 et aliis collecta ex toto iuris corpore.'t Epithalamium bij uE. soon gemaeckt op de bruyloft van d'heer Hautain9 geeft mij hoope dat hij in de poësie, soo in dye als in andere taelen, soude connen excelleren, soo hij hem ernstelijck daertoe wilde begeven. De inventie is levendigh, de woorden exquys. Ick sa(l) met uE. oorloffde copye, mij bij uE. behandight, tot mijn contentement ende ter eere van soo goeden verstant bewaeren,10 biddende Godt almachtigh, mijnheere, dat hij uE. wil gunnen met zijn E. huysvrouw11 lange ende aengenaeme vruchten te trecken van een soo sorghvuldighe educatie,
uE. dyenaer,
H. de Groot.
Tot Rotterdam, den laetsten Novembris 1614.
In dorso staat in een onbekende hand: Joshua Radford.12