eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    383

    400. 1615 Mei 3. Van C. Matelief de Jonge1.

    Looft Godt den 3 May 1615. In Rotterdam.

    Mijn heere, alsoo de heeren gecommitteerde om met de Engelse te tracteren op 't stuck van de Oostindias2 schynen voor dees tijt hare besonge gedaen hebben, die ick nyet en wete of den brieff comende met dit Jacht het Hart van dato 10 November lestleden3 hebben gelesen, waerinne veel dyverse dingen werden verhaelt, om, in dit tractaet wesende, behooren te verstaen, soo en hebbe nyet connen nalaten UE. te vertoonen een calculatye die aldaer in India by den Raet is gemaeckt:

    dat alle de restanten, te weten coopmanschappen, contante penningen, uutstaende schulden, die in India sijn, beloopen na den incoop die se costen gerekent, ende nyet nadat se sullen uutbrengen 3255 V 447 gulden de amunitye van oorloge bedraecht 174 V 289 - 3 st. de casteelen wat die gecost hebben behalven het versuym van de schepen ende volck geleden int maken van deselve 923 V 785 - 00 - 2 4353 V 521 . . 3 - 2

    beloopt vier millioenen dryehondert drye ende vijftich duysent vijffhondert een ende twintich gulden, 3 st. 2 penningen. Ick verstae dat boven de 50 oft 60 tonnen schats die men meent dat dese schepen sullen overbrengen.

    Verhaelt oock dat de onderhoudinge van de soldaten in India verre excedeert de winninge die op den Inlantsen handel gedaen wert jaerlijx. Verhaelt hoe dat van de jare in de Molucas sullen gepluct werden. 1000, ja 1500 bahor nagelen; ende dat Bantam van desen jare soude uutleveren 200 V sack peper, die men tegen 56 ℔ de sack moet rekenen. Voorts verhaelt veel dingen die weerdich ende noodich sijn te weten. Is van Pieter Jansen oft Jan Pieterss. Koenen oppercoopman opt comptoir tot Bantam.

    UE. dienstwillige ende vrundt
    C. Matelieff de Jonge.

    Adres: Aen mijn heere Hugo de Groot pensionaris der Stadt Rotterdam.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, cod. 30 Af. n. 1.
    2 - Zie p. 376 n. 4.
    3 - Deze brief bij Colenbrander (zie p. 381 n. 5) p. 93 vv.