eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    153

    509A. 1617 mei 20. Van de Gecommitteerde Raden ter Admiraliteit te Amsterdam.1

    Hoochgeleerde, wijze, voorzienighe, seer discrete heere,

    Alsoo wij uwe E. dienste gebruyckt hebben in den processe bij onzen advocaet2 vanweegen de hooghe mooghende heeren Staten-Generael deeser Vereenichde Nederlanden voor den Hooghen Raedt gesustineert als verweerder teghens Pauwels Flecke vanweeghen heere Johan Lange, raedtspersoon tot Stettin, ende consorten, eysschers,3 bedancken wij uw E. voor desselfs goede debvoiren ende besoignes, daerinne gedaen, met toeseyndinghe - bij brenger deses - van twee silveren vergulden coppen, versoeckende dat uw E. gelieve dese cleyne gratuïteyt in 't goede te ontfanghen.

    Ende desen tot egenen anderen eynde dienende, hiermede hoochgheleerde, wijse, voorsienighe, zeer discrete heere, bevelen wij uw E. in de h[ooghe] protectie van Godt almachtich,

    G. van der Elburch s[igna]v[i]t.
    Uwer E. goedtwillighe vrunden in Gecommitteerde Raden
    ter Admiraliteyt, ende t'hunner ordonnantie,
    Jacob Laurensz., m.p.4

    In Amstelredam, den 20en May 1617.

    Onderaan de brief staat: Den heere Hugo de Groot.

    Adres: Hoochgheleerde, wijze, voorsienighe ende seer discrete heere, Doctor Hugo Grootius, (rae)dt ende pencionaris (der st)adt Rotterdam, (teghenw)oirdich te 's Gravenhage.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. H. de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 22, 2, eigenh. ondertek. Over het proces dat in deze brief vermeld wordt, hield Grotius een dossier bij: Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. H. de Groot, aanw. 1897, LI, 1, f. 10-85. Zie ook no. 495 (dl. I), van Hendrik Slot (= Storm), 6 januari 1617, en Res. SG (1610-1670), I (1610-1612), p. 256.
    2 - Hendrik Storm, advocaat-fiscaal ter Admiraliteit van Amsterdam (Elias, De Vroedschap van Amsterdam I, p. 103).
    3 - Pauwels Flecke (Vleck) en Jacob (niet Johan) Langen, kooplieden uit Stettin. Zij eisten vergoeding voor de schade, in 1606 geleden door de kaping van zeker schip door kapitein Dirck Dircxz.
    4 - Mr. Gijsbert van der Elburch, schepen van Utrecht, raad ter Admiraliteit van Amsterdam, en Jacob Laurensz. Reael, secretaris van de Admiraliteit van Amsterdam (Res. SG (1610-1670), III (1617-1618), p. XII).