eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    154

    528A. 1617 september 6. Van G.J. Vossius.1

    Amplissime domine,

    Hoc horae puncto accedit me Matthias Elzevirius, pedellus academiae nostrae,2 quo munere beneficio imprimis curatoris Van der Myle auctus est.3 Narrat autem, ut Datheni et Aldegondii Psalmos παραλλήλους a se editos4 civitatibus plerisque obtulerit ac nunc porro aliis offerre cogitet, eas inter Roterodamensi vestrae. Quamquam vero dominus Van der Myle, cui eam editionem dicavit, promiserit se hunc laborem ecclesiis sane non inutilem velle tibi commendare, ut per te Roterodamensi senatui commendetur - sic mihi Elzevirius refert -, tamen voluisse aiebat etiam a me literularum aliquod ad te poscere, quo idem ambo faceremus. Ego, quia difficulter aliquid cuiquam nego, lubens parui. Tu, vir amplissime, in tantum hoc negotium commendabis,5 in quantum merebitur,

    tuus ex asse,
    Ger. Vossius.

    VI Septembris 1617, τάχιστα.

    Adres: Amplissimo et clarissimo viro Hugoni Grotio, il[lustris] reip[ublicae] Roterodamensis syndico et delegatorum ill[ustrium] Holl[andiae] et Westfr[isiae] Ordinum senatori, Hagae.

    Notes



    1 - Hs. St. Petersburg, National Library of Russia, Abt. 140 no. 111, f. 204, eigenh. oorspr. Niet vermeld in Inv. Vossius. In de zomer van 1615 was Gerardus Joannes Vossius (1577-1649) Petrus Bertius opgevolgd als regent van het Statencollege, de opleiding voor theologen van de universiteit van Leiden.
    2 - Matthijs Elsevier (1565-1640), zoon van de in Leiden gevestigde drukker Lodewijk Elsevier, was pedel van de universiteit. Op 23 november 1616 werd hij schuldig bevonden aan een brand die op 11 november 1616 een groot gedeelte van het Academiegebouw in de as had gelegd, en ontslagen; zijn vader Lodewijk, die ook pedel was, bleef in zijn functie gehandhaafd. Op 8 augustus 1617 werd Matthijs herbenoemd, in plaats van Lodewijk, die in februari van dat jaar overleden was (NNBW IX, kol. 238-240).
    3 - Cornelis Adriaensz. van der Mijle (Myle) (1579-1642), sinds 1606 curator van de universiteit, speelde blijkbaar een doorslaggevende rol in de herbenoeming van Matthijs Elsevier, wat overigens niet valt op te maken uit Molhuysen, Bronnen II, p. 64, 73-75, 78 en 78*.
    4 - Bedoeld wordt De CL Psalmen Davids, overgezet ende in dichte gestelt, uyt den Hebreischen door Philips van Marnix, heere van Ste Aldegonde; voor zijn doot van hem selven overgesien ende op ontallicke plaetsen verbetert; ende uyt den Françoischen in dichte gestelt door Petrus Dathenus; bequamelijck tegen malcanderen overgedruckt, om beyde de dichten te mogen vergelijcken ..., Leiden ‘by Lowijs Elzevier’ 1617, opgedragen aan Cornelis van der Mijle (A. Willems, Les Elzevier. Histoire et annales typographiques, Brussel 1880, p. 39 no. 122).
    5 - Of Grotius deze aanbevelingsbrief inderdaad geschreven heeft is niet bekend.