eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    586B. 1618 december 10. Aan C. Smout.1

    Mijnheere,

    Nae mijne beste memorie zijn de stucken van de westersche wijnen alhyer in Den Hage, doch eenighe onder den advocaet De Bruyn2 ofte den procureur De Witte.3 't Accoord van de gedeputeerden van de Groote Visscherije weet ick nyet onder mij oyt gehadt te hebben. 't Sal te vinden zijn onder den clerck van de Groote Visscherije nae mijne memorie.

    Ende hyermede sal ick mij aen uE. ten beste bevelen,

    uE. onderdaenighe dyenaer,
    H. de Groot.

    Den Xe December.

    Notes



    1 - Hs. Rotterdam, GA, Oud Stadsarchief, no. 865, voorheen D 130, f. 132r, eigenh. oorspr.
    2 - Advocaat De Bruyn is niet geïdentificeerd. Mogelijk doelde Grotius hier op een van de uit Middelburg afkomstige juristen De Brune (De Bruine, Brunaeus), Isaac of Johan, beide beëdigd in oktober 1617 (R. Huijbrecht et al., Album advocatorum. De advocaten van het Hof van Holland 1560-1811, p. 78; Album studiosorum Acad. Lugd. Bat. I, kol. 84 en 105; vgl. NNBW IV, kol. 333-334).
    3 - Misschien Mr. Livinus de Witte, geboortig uit Zierikzee, advocaat voor het Hof van Holland. In 1625 trouwde hij met Deliana, een dochter van Elias van Oldenbarnevelt (Engelbrecht, De Vroedschap van Rotterdam, p. 94).