eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    34

    604. 1620 Juni 29. Aan J. Prouning1.

    Mijn Heer Commandeur.

    Ick mercke uit de acte2 ons toegezonden, dat de heeren Staten Generael zorge dragen, om alle correspondentie te verhinderen. Ick en can de suspiciƫn niet beletten, maer weet, ende ben daer in gerust, dat ick noit eenige en hebbe gehouden, maer my alleen gemoeit met het voltrecken van myne studiƫn, ende met tydinge van de gezondheid van myne vrienden, die ick bemin, ende die my beminnen. Ick ben van harte blyde, dat U.E. last is gegeven, om wel te letten op alle correspondentie; 't zal my dienen tot gerustheid, ende hoe zulcx beter werd waergenomen, hoe 't my liever zal zijn. Ick bidde alleen, dat men ons, in 'tgunt ons tot onze onderhoudinge nodigh is, goed gerijff wil laten genieten, ende particuliere tydingen van onze vrunden. Waervoor ick U.E. danck zal weten ende by alle gelegentheid verschuldigen; den 29 Junij.

    U.E. dienstwillige,
    H. de Groot.

    Notes



    1 - Afschrift Kon. Bibl. den Haag, cod. 129 B 12. Gedrukt Vollenhoven, Broeders gevangenisse p. 253. Geadresseerde, Jacob Prouning gezegd Deventer, is de commandant van Loevestein.
    2 - De resolutie van 23 Juni 1620, bij Vollenhoven, Broeders gevangenisse p. 252.