Mijn heer ende zeer waerde Medebroeder.
Sedert eenigen tijdt en is hier niet zonderling voorgecomen, 't beleg van Montauban noch al continuerende, alwaer onder anderen oock de Hertogh van Maine2 is gebleven, wiens doot hyer tot Parys gebootschapt zijnde het grauw hoop heeft gegeven van zonder vrees yet te mogen attenteren tegen die van de Religie. Sulcx dat Sonnendaegs van den morgen af tot de middagh op de wegh nae Charenton - alwaer die van de Religie vergaderen - veel graeuws byeen zijnde gecomen, 's naemiddags, als die van de Religie uit de tweede predicatie nae de stad ging, querellen hebben beginnen te maecken ende alzoo met verscheyden van de
145
Religie handsgemeen zijn geworden, 'twelck de Hertog van Montbason3, Gouverneur, ende die van de magistraten, geassisteert met eenige goede burgers, niet en hebben connen beletten, maer in de commotie met het volck in de stadt gecomen alwaer oock eenige ten wederzyde gedoot ende een huys is gepilleert. Een vrouw op 't bevel van 't grauw niet hebbende willen knielen voor een Mariabeeld ende - zoo by eenigen geattesteert wordt - daervan zeer oneerlick hebbende gesproocken, is aen stucken gehouden ende de stucken over straet gedragen. De kerck tot Charenton is verbrand; men meent dat de Coning die op zyne costen zal doen hermaecken. 's Nachts is zoo door 't spannen van kettingen als goede burgerwacht stilte geweest; doch 's morgens dairaen weder wat moeyte ende een huys in 't Fauxbourg van St. Marceaux geplundert, de vordere plundering by de magistraten verhindert, informatie genomen van de auteurs van de commotie: twee opgehangen, eenige gebannen op de galey; die van de Religie - als U.E. uit het bygaende can zien - genomen in de protectie van den Coning ende van 't Parlement4. Hyermede is de moeyte overgegaen en men hoopt dat alles voorts sal blyven in stilte. De Ambassadeur extraordinaris van Engelant5 is niet verre van 't leger zyeck. Indien Montauban over waer, men meent den Coning hyer zoude comen. Voorts bid ick U.E. dese missive aen Sijn Furstl. Doorl.6 te behandigen. D. Utenbogardus ende Episcopius zijn hyer verwachtende tydinge uit het Landt om te weten waernae sy haer zullen reguleren.Hyermede, Mijn heer, zal ick U.E. Godes genade bevelen. Den XXIX Sept. XVIcXXI. Tot Parys.
U.E. dienstwillige medebroeder
H. de Groot.
Adres: E. Hoochgeleerde wyse zeer voorzienige Heere Mr. Johan de Haen doctor in de Rechten tot Gotdorp.
In dorso schreef de Haen: Recepta den 17/7 Novemb. No. 37. 29 Septemb. 1621. En daaronder: 29 Sep. 1621.