eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    465

    Bijlage no. 12. Bij no. 1152.
    Copie van een brief van Philips IV, Koning van Spanje, aan Francisco de Moncada, Markies van Aytona.1 dd. 6 mei 1634.

    Copia de carta de su Magestad para el Marqués de Aytona remitiéndole un papel de las condiciones con que podría traerse a su Real servicio a Hugo Grotio.

     

    El Rey.

    Descifrado. Ille. Marqués de Aytona Primo de mi Consejo de estado, y mi Gobernador, y Capitán General de los estados bajos, y de Borgonia.

    Con ésta recivireis un papel que contiene las condiciones con que pareze se podría atraer a mi servicio a Hugo Grotio, Abogado, que fué de Holanda, y lo que se debe hazer para este effecto con Bernavelth, he me conformado assi en la propuesta, como en los medios, Vos lo veréis, y no hallando, que se sigan inconvenientes en todo - o - en parte le executaréis, y daréis las órdenes necesarias para ello, y si se os ofreciere alguna dificultad me avisaréis luego, comunicándolo todo con el Presidente Roose.

    De Madrid, a seis de Mayo 1634. Yo el Rey. Andrés de Rocas.

     

    Condiciones para atraer al Licenciado Hugo Grotio, Abogado Fiscal, que fué de Holanda, y Avest Frissa al servicio de su Magestad. Que su Magestad le mandara dar dos mil escudos de - a diez Reales cada año pagados puntualmente de tres, en tres meses, en la Villa de Colonia, Liexa, o - otra qualquiera en que asentare su habitación con parecer de los Ministros de su Magestad en Flandes.

    Que haciendo juramento de fidelidad a su Magestad y al emperador, su Magestad le procurará título de consejero del Imperio - o - otro de criado - o de pendiente del Emperador para que con mayor seguridad pueda morar en el Imperio, y con menos odio de los estados rebeldes, y menor peligro de sus parientes, y amigos pueda entretener sus correspondencias para mayor servicio de su Magestad.

    Que acceptando las dichas condiciones su Magestad le mandará dar luego mil escudos en Hamburgo por un presente, y ayuda de costa para mudar su casa.

    Que haziendo algún servicio particular de consideración su Magestad tendrá mucha quenta de hazerle mérito.

    Y porque el instrumento para - atraer a esta persona al servicio de su Magestad es Bernavelt al qual pagan muy mal su entretenimiento las finanzas (no obstante la orden del Marqués de Aytona) después de la muerte de la Sra. Infante, quo sólo sabía sus servicios sercretos, como de aver sido el primero, que avisó

    466

    los tratos del Conde Henrique, y de sus complices, que aora se han mandado prender, parece, qua convendráa al servicio de su Magestad fuesse servido mandar a finanzas, que le paguen puntualmente y que se le podrían crecer veinte escudos al mes, sobre ciento, y sesenta, que tiene, con que quedaría igualado con el dicho Grotio, con que a éste se le quitaría el temor de que no le han de pagar, y al otro la envidia, y celos de que le hubiessen dado más que a él.

    Hugo Grotio tiene la más perfecta noticia del estado de los Rebeldes de quantos oy viven, y Bernavelth es hijo del que formó aquella República Revelde. La memoria de su Padre es Sancta, y sagrada entre los Armenianos, y su cuñado es el mayor privado, que tiene el Príncipe de Oranges.

    Entrambosados son cabecas de la factión de los Armenianos, y por ellos se podría resucitar algún día aquella faction, y división, y faltando esta vez la tregua, como es possible, que faltara podréan ser medios proprios para bolver a ellos, qdo pareciese servicio de su Magestad dejado aparte los servicios, que Grotio con su dotrina, y estilo suave podría hazer.

    Vertaling2:

    Afschrift van een schrijven van Zijne Majesteit aan markies van Aytona3, met toezending van een lijst der voorwaarden, waaronder het mogelijk zou zijn Hugo Grotius te winnen voor 's konings dienst.

     

    De Koning.

    Ontcijferd.

    Doorluchtige markies van Aytona, voorzitter van mijn Raad van State en mijn gouverneur en kapitein-generaal van de Nederlanden en van Bourgondië.

    Hierbij ontvangt U een lijst bevattende de voorwaarden, waaronder Hugo Grotius, voormalig advocaat van Holland, voor mijn dienst zou kunnen gewonnen worden en wat te dien einde gedaan moet worden met Bernavelth4, zo ben ik omtrent het voorstel en de middelen tot besluit gekomen, waarvan U kennis zult nemen, en mocht U niet van oordeel zijn, dat het geheel of enig onderdeel bezwaren biedt, dan zult U het ten uitvoer leggen en daarvoor de nodige bevelen geven en voor het geval, dat zich enige moeilijkheid voordoet, zult U mij aanstonds waarschuwen van alles mededeling doende aan president Roose5.

    Uit Madrid, 6 mei 1634. Ik, de Koning.

    Andrés de Rocas6.

     

    Voorwaarden om de Licenciado Hugo Grotius, voorheen advocaat-fiscaal van Holland en West-Friesland, te brengen tot de dienst van Zijne Majesteit. Dat Zijne Majesteit opdracht geeft hem jaarlijks toe te kennen 2000 escudos, elk van tien realen, stipt om de drie maanden uit te betalen in de stad Keulen of Luik

    467

    of iedere andere, waar hij zich met instemming van Zijne Majesteits ministers in Vlaanderen mocht vestigen.

    Indien hij de eed van trouw aflegt aan Zijne Majesteit en keizer, zal Zijne Majesteit hem de titel verlenen van raadsheer van het keizerrijk, ofwel van dienaar of van ambtenaar van de keizer, opdat hij met groter veiligheid in het keizerrijk kunne verblijven en met minder haat van de oproerige staten en minder gevaar voor zijn verwanten en vrienden zijn relaties kunne onderhouden, tot groter dienst van Zijne Majesteit. Dat bij aanvaarding van genoemde voorwaarden Zijne Majesteit opdracht geeft hem aanstonds in Hamburg duizend escudos te betalen als een gratificatie en tegemoetkoming in de verhuiskosten.

    Dat bij enig bijzonder belangrijk dienstbetoon Zijne Majesteit erop bedacht zal zijn hem dat te honereren.

    En aangezien het werktuig om deze persoon voor de dienst van Zijne Majesteit te winnen Bernavelt is, aan wie ondanks het bevel van de markies van Aytona de schatkist zeer in gebreke blijft om het onderhoud te betalen na het overlijden van de Señora Infante7, die alleen met zijn geheime diensten op de hoogte was, bijvoorbeeld, dat hij de eerste is geweest, die aanwijzingen gaf omtrent het optreden van graaf Hendrik8 en zijn medeplichtigen, tegen wie nu een bevel van gevangenneming is gegeven, zo dunkt het voor de dienst van Zijne Majesteit dienstig, dat aan de schatkist wordt opgedragen hem stipt te betalen en dat men hem een extra toelage zou kunnen verlenen van twintig escudos per maand boven de honderdzestig, die hij al heeft, waarmee hij gelijk zou komen met genoemde Grotius en derhalve aan deze de vrees ontnomen wordt, dat men hem niet betalen zal, en aan de andere de naijver en jaloersheid, dat aan die andere meer is gegeven dan aan hem.

    Hugo Grotius heeft van al degenen, die thans leven, wel het meest volkomen inzicht in de situatie van de opstandelingen en Bernavelth is de zoon van de man, door wie deze rebellenrepubliek tot stand kwam. De gedachtenis van zijn vader heilig, geldt als heilig onder de Arminianen en zijn zwager9 is de voornaamste vertrouwensman van de prins van Oranje10.

    Deze beiden staan aan het hoofd van de partij der Arminianen en door hen zou nog eens die partij en secte tot nieuw leven gebracht kunnen worden; en als dan, zoals mogelijk is, het bestand zou worden opgezegd, zouden zij de geschikte tussenpersonen zijn om tot hen terug te keren, en dan zou het ten voordele van Zijne Majesteit zijn, afgezien nog van de dienst, die Grotius kan bewijzen met zijn geleerdheid en verrukkelijke stijl.

    Notes



    1 - Afschr. Dept. of Manuscr. British Mus., add. 14005 f. 161. De oorspronkelijke brief was in cijferschrift gesteld; hij komt niet voor in Correspondance de la Cour d'Espagne sur Les Affaires des Pays-Bas au XVIIe siècle. Recueil commencé par Henri Lonché (†) et continué par Joseph Cuvelier avec la collaboration de Joseph Lefèvre. Tome III, Précis de la correspondance de Philippe IV (1633-1647). Bruxelles 1930. Met de aldaar op p. 52, no. 154 genoemde Hubert Groncio is zonder twijfel Grotius bedoeld. De brief is ontdekt door Dr. D.P. Oosterbaan, archivaris van Delft; vgl. Inleiding, p. IX.
    2 - Deze vertaling dank ik aan Dr. G.E.A.M. Wijdeveld te Amsterdam.
    3 - Francisco de Moncada (1586-1635), graaf van Ossona, markies van Aytona, sedert 1629 ambassadeur aan het hof van de infante te Brussel.
    4 - Willem van Oldenbarnevelt, heer van Stoutenburg, zoon van wijlen de landsadvocaat; hij verbleef te Brussel, waar hij tot het katholicisme was overgegaan en in dienst van de Spaanse koning was getreden.
    5 - Pierre Roose (1585 of 1586-1673), president van de Geheime Raad.
    6 - Andrés de Rojas.
    7 - Isabella Clara Eugenia, de infante, was op 1 december 1633 overleden; op 30 december d.a.v. was de markies van Aytona tot gouverneur benoemd, welke functie hij tot half november 1634 bekleed heeft.
    8 - Graaf Hendrik van den Berg, heer van Stevensweerd; aanvankelijk in Spaanse dienst sloot hij zich in 1633 bij de Republiek aan.
    9 - Cornelis van der Myle, schoonzoon van Johan van Oldenbarnevelt.
    10 - Frederik Hendrik.