eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    1452. 1629 november 30. Van W. van Oldenbarnevelt1.

    Mijn Heer,

    Den autheur van de memorie2 is weder ingestort, hebbe hem gisteren besocht ende bevonden, dat weinich tot het eynde resteert. UEd. sal moeten patientereren tot sijne reconvalescentie, wanneer daer geen faulte aen sal sijn. Den nuncius alhier3 seyt, dat Collalto4 van den hertoch van Nevers5 soude terugge gedreven sijn ende dat die van Casal eene sortie gedaen hebben op des marquis volck met advantage. Of dit waer is, kan ick niet verseeckeren als kommende wt een persoon, die desen staet niet seer bemint ende door sijne vilaine, gierige proceduren hem oock seer haetelijck maeckt, hij is mede in hoope van vrede. Van Pater6 is hier noch geen seeckerheyt; eenige Spangnaerden seggen tijdinge te hebben, dat hij geslaegen is.

    De questie bij mij geproponeert wiste ick wel, dat soo konde geschieden volgens de articulen van den voorgaende trefves, maer mijne vraege is, ofte sij eenige plaetsen incorporeerden staende handelinge in de Westindiën, hoe men het daermede soude konnen maecken, want de onse daer te laeten wortelen is niet gelooflijck, dat willichlijck sal getollereert werden. Ick bemercke mede, dat den lust tot de pais ofte trefves alhier verflaut; de Staeten van Hollant sijn noch vergadert. Ick geloove, dat uEd. sal gesien hebben de remonstrantie van den palsgrave7 aen de Staeten op het stuck van den trefves, twelck seer de matijt ofte prins excedeert.

    Botru8 is gisteren hier gearriveert sonder dat yemant hem is tegen gegaen, maer den marquis van Mirabel9 heeft hem dien avont besocht. Hier passeeren sonder ophouden couriers wt Vranckrijck op Hollant, apparentlijck om den trefves te beletten. Het leger, dat den koninck in Champagne hout, wert bij veel niet gelooft, dat tot oorsaeck van sijn broeder10 geschiet, maer wel om in Duytslant ofte

    134

    dese landen te vallen, op welcke plaetse mijn dunck weynich voordeel te doen is. Want in Duytslant soude daerdoor de lige wacker gemaeck werden, die dan beter Oostenrijcks als oyt soude werden. Alhier is die natie weyniger als eenige bemint, ende al bij soude geset werden, dat men bijeen konde raepen.

    Mijn neef11 hope ick in sijn debvoir aen uEd. sal volhouden, hoewel in mijn regard hij het niet en doet. God sal hem, bidde ick, wijsheyt verlenen.

    Soo daetelijck bekomme ick bryven wt Hollant van den 26. deser, die melden, dat de Staeten van Hollant toekommende weecke sullen resolveren tot het een ofte ander; dat Haerlem, Leyden ende meest het Noorder quartier tegens den trefves sijn; dat Seelant, Vrieslant ende Groeninge seer roepen om oorloge. De andere provinciën sijn wachtende de resolutie van Hollant. De predicanten bulderen overal seer ende werden geen oprockende gescriften gespaert, soodat het daer noch wilt werck is, evenwel meene ick, dat Hollant wel mochte voor kersmis resolveren. Aersens12 verstaen ick speelt sijn personnagie wonderlijck, soo daer als in Vranckrijck. Den ambassadeur van Engelant aldaer13 is soo heel van den trefves niet vervreemt, maer wil sijn meester daerin begrepen hebben. Vranckrijck wil daervan niet hooren, soo doet Swede ende den palsgrave; wij moeten sien, wat daervan kommen sal. Hier sijn geruchten, dat den koninck van Spangniën wel mochte in Nederlant kommen; mijn dunckt, dat daertoe noch tijt van node is.

    Hiermede bevele ick uEd. in de bescherminge van God Almachtich ende blijve,

    Mijn Heer,

    UEd. ootmoedigen dienaer
    W. d'Oldenbarnevelt.

    Met uEd. cousine14 mijne dienstige gebiedenis aen mejoffrou uEd. huysvrou ende familie.

    Brussel, den lesten Novembr. 1629.

    Adres: A Monsieur Monsieur de Groot etc.

    In dorso schreef Grotius: 31 (!) Nov. 1629. Stoutenburgh.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. R.K. A 4 k. Eigenh. oorspr. Gedrukt Kroniek Hist. Genootsch. te Utrecht 1873, p. 463.
    2 - Zie no. 1449, p. 130 en de verwijzing in n. 5 aldaar.
    3 - Fabio de Lagonissa (della Lionessa), sedert 1622 aartsbisschop van Conza en nuntius te Brussel van 1627 tot 1634; hij stierf in 1645.
    4 - Graaf Rambaldo Collalto; hij was in deze jaren opperbevelhebber der keizerlijke troepen in Italië.
    5 - Carlo Gonzaga, duc de Nevers, hertog van Mantua; met de marquis is Ambrosio Spinola bedoeld.
    6 - Vgl. no. 1445, p. 125 en n. 1 aldaar.
    7 - Frederik V van de Palts, de Winterkoning; zie voor het geschrift Knuttel, Pamfl. no. 3914.
    8 - Guillaume Bautru; zie no. 1421, p. 93 n. 7.
    9 - Zie no. 1441, p. 120 n. 8.
    10 - Gaston, hertog van Orléans.
    11 - Zie no. 1421, p. 94 n. 2.
    12 - François van Aerssen.
    13 - Daar Jerome Weston eerst begin 1630 als extraordinaris ambassadeur naar Parijs gezonden werd - in april werd de vrede met Frankrijk gesloten - (zie Dict. Nat. Biogr. vol. LX, p. 362), zal dit waarschijnlijk Walter Montaigu geweest zijn, al schijnt hij tot zijn ergernis niet de rang van ambassadeur gekregen te hebben; zie over hem III no. 1200, p. 205 n. 1.
    14 - Johanna, dochter van Elias van Oldenbarnevelt, die een broer van de landsadvocaat was. Johanna van Oldenbarnevelt was gehuwd met Adriaan van der Dussen, met Willem van Stoutenburg een der deelnemers aan de aanslag in 1623 op het leven van prins Maurits. Beiden ontkwamen zij naar Brussel, waarheen Johanna haar man volgde.