Mijnheer,
Op den behoorlijcken tijt heb ick den Uwen van den XIIII deser ontfangen.
Dat dese tegenwoordige occurrentie van tijt Felix2 niet dienstych bij Antoninus3 is, kan ick wel gelooven, ten ware hij goet conde vinden, hem wat naer
145
Verus'4 humeur te vougen, hetwelke hij tot consideratie van Decius5 niet en houft te laten ende sal te min oft te meer hetgene hij garen sage voortgaen oft achterblijven. Dat in desen gelegentheyt voor Constans6 niet en is te doen meen ick, dat ick met waerheyt kan seggen. Dan off de veranderynge, die tot den handel staet te wachten, tot belerynge sal sijn, is seer twijfelachtych. De precisen soucken d'occasie te gebruycken om tot verseeckerynge van staet ende kercke, soo sij voorgeven, verbintenissen te maecken van de religie, soo die in het synode van Dordrecht is geapprobeert, te mainteneren, geene als die deselffve toegedaen sijn, tot publycke bedienyngen te admitteren. Soo degene, die den tresves gaeren sagen, dit inwillygen, soo sie ick, dat hier nieuwe swaricheyt wt volcht. Men meent dese deliberatie met Galerius7 ende Constantinus8 sal worden gecommunicert ende wilde Iovinianus9 Felix' bedenckyngen ende redenen daerop wel weten om die bij sijn eygen te vougen. Ick heb noch met Gallo10 weynich dagen geleden van Constans' gesel11 gesproocken bij occasie, dat hij wert bij Vitellius12 versocht. Hij conde niet begrijpen, waerom hij Antoninus wilde quiteren om bij Vitellius te gaen. Ick merck wel hij Felix goet wil ende gaeren wat daervoor soude doen, maer daermede is verlegen, want Iovinianus onlanck oock daervan spreeckende socht hij het op een ander te duncken. Op den voet van van Meden13 heb ick oock wel gedacht, maer Rotterdam14 waer daer best toe. Doch soude het dan wederom nieuwe difficulteyt hebben om tot de reste te comen. Ick en weet niet, off een versouck15 door Felix' ouders16 hem soude aenstaen. Mij dunckt het niet vremt. Want dat sonder aensouck17 wt eygen beweginghe18 sal geschieden, is sonder apparentie. Ego haereo hoc, de poorten19 best sullen werden geopent20; met de reste ben ick niet verlegen. Ick merck Iovinianus' crediit21 wint22; maer Gallus23 volcht24 gaeren ordre: hij seyde gisteren aen Iovinianus25, dat hij Mannemaker26 seer27 heeft overgehaelt28 ende mi. m29 advis30 wil volgen in de electie31 ter32 Veren33. Dan daer is geen staet op te maecken; daerom soude ick niet connen raden, als Constans seer avantageuse conditiën mogen gebeuren, die aff te snijden. Hoewel se vrij groot ende seecker behooren te sijn om de conversatie van d'eene natie met de andere te verwisselen. Ick ben nog van mijn oude opinie, dat den man, die uE. wel kent34 behoort hem soo te schicken, off (hij) bij Antoninus al sijn leven wilde woonen, ondertusschen bij Decius sooveel vrienden ma(ecken) gelijck off hij morgen (?) soude van Antoninus scheyden.146
Van d'Ailli35 verwondere ick niet te hooren. Rivet36 recommandeert oock eenen Mamet37. Soo het goet vint, mocht mij eens doen verstaen de redenen, waerom onse bekende sijn meester wil verlaten; sal die dan, daer het dient, communiceren. Scrivet38 met gelijcke een39 antwoorde40, daerbij hem is geraden, dat bij Verus soude41 bliven42. Van den courier staet gelijck ic voor desen hebbe gescreven niet veel te verwachten.
Anthemius43 hout hem stil, doet geen openynge. Den ambassadeur van Venetiën44 seyt wel te weten, dat den heer cardinael45 met oppositie van de reine mère ende guarde des seaux46 goet vint dat, soo men hier de tresves wil laten varen, men met dat rijck en de Repub. in een alliantie sal comen ende Vranckrijck de wapenen in Artois ende Henegouwen sal brengen, seyde in vijff dagen tijt, dat is nu al acht dagen geleden een courier hadde ontfangen. Meende daermede alles hier te sch ...ffen, gelijck hij meer doet.
Eenighe swacke verstanden hadden geësbranleert, maer de wijse weten wel, dat soodanige resolutiën met meerder ernst door de eigen ambassadeur soude werden gecommuniceert ende oock wat seeckerheyt dat soude werden geëffectueert.
Dat Tiberius47 tegens den48 treves49 ivert50, geschiet niet in consideratie van Antoninus, maer om banden51 te52 leggen53, die hem schadelijck sullen sijn.
De Staten van Hollant sijn gescheyden om van dage veertyen dagen wederom bij een anderen te wesen. Men seyt sij sullen rapporteren de middelen om de religie ende staet vast te stellen. Die geëndt sijnde meent men, dat die den vercl ... tegens sijn, daer wel toe sullen verstaen.
Wij hebben hier acht dagen lanck grooten storm gehadt ende is voor Schevelynge een oorloochschip gestrant: het hol vergaen, volck, staende ende lopende want behouden. In Zeelant is oock een gestrant.
Nieuws hebben wij voorts niet. Diocletianus54 doet sijne gebiedenisse. Soo doe ick oock aen uE. huysvrouwe ende familie.
Desen 24 Decemb. 1629.
Adres: A Monsieur Monsieur Grotius A Paris.
In dorso schreef Grotius: 24 Dec. 1629 N. Reigersberg.
In margine enige losse - doorgestreepte - notities van de hand van Grotius:
147