eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    1687. 1631 november 1. Aan N. van Reigersberch1.

    Mon frère,

    Ick sende uE. mijnen brief aen Sijn Extie2 wat vermeerdert, die uE. sal gebruicken, indien hij deselve bequaem vindt.

    Gisteren had ick hier monsr de Thou3. Ick verstae uit hem secretelijck, dat Anthemius4 vreest, dat mijn credyt hier de trefves soude vorderen ende daerom schadelijck soude sijn aen 's conings saecken. Hij hout het daervoor, dat alle de remonstranten hangen aen de trefves, waerop ick hem heb gesocht te onderrechten, dat sulcx hangt aen d'interesten van de steden ende dat eenige de remonstranten meest tegen sijnde meest gearbeit hebben voor de trefves. Ick socht hem oock te doen geloven, dat nu daervan geen apparentie en is door de successen van Swede. Ick achte dit artificiën sijn van Aurelianus5.

    Het drucken van de veersen had ick ontraiden. Evenwel werden hier opentlijck vercocht ende sijn aengenaem aen de gemeente.

    Den burgemeester van Adrichem6 sal met Sijn Extie spreecken. UE. bedenckinge nopende den burgemeester Berckel7 ende sich te addresseren aen de vroedschap vinde ick goedt ende sal mij daernae reguleren.

    De brieven, die uE. mij sal gelieven te schrijven, sullen connen gaen onder de

    447

    couverte aen Hillebrand Pieterssoon8 of de weduwe van Pieter Lenaerdssoon Busch9.

    Nopende de scholen, 't is waer, dat het recht van een schoolmeester te kiesen van ouds is geweest aen de graven ende bij deselve aen de ambachtsheeren is uitgegeven, maer meer, soo ick meene, door usurpatie als anders, gelijck de graeflijckheit oock op eenige plaetsen den af[s]lagh van de visch begeeft, 'twelck op andere plaetsen de gemeente met reden aen haer heeft behouden. Elcke stadt, dorp, jae huis, heeft van natuire vrijheit geleerde personen te gageren ende haeren dienst tot institutie van jonge luiden ende andere te gebruicken. Die seggen, dat hooge studiën te erigeren is regale, spreecken van sulcke, die immuniteiten ende forum peculiare hebben ende welcker promotiën publiquelijck werden aengenomen. Anders alle steden onder 't Roomsche Rijck hebben van ouds dat recht aen haerselve, gelijck uE. sal sien bij de passagiën, die ick voor dese heb overgesonden.

    Van 't uitgaen sal ick noch wat insien.

    Mijne gebiedenisse aen de vrunden. Als de heer Beaumont10 weder sal sijn gecomen, sal ick seer garen daervan zijn onderrecht.

    Den 1e Novembris 1631. UE. dienstwillige broeder

    H. de Groot.

    In dorso schreef Grotius zelf: Den 1 Nov. 1631.

    Met andere hand toegevoegd: uyt Rotterdam.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. R.K. H 16h. Eigenh. oorspr.
    2 - No. 1688 aan Frederik Hendrik, p. 447.
    3 - François Auguste, de oudste zoon van de in 1617 overleden historicus Jacques Auguste de Thou (Thuanus).
    4 - Schuilnaam voor Nicolas de Baugy, Frans gezant in Den Haag.
    5 - Schuilnaam voor François van Aerssen.
    6 - Joost Jacobsz. van Adrichem, burgemeester van Delft; zie no. 1656, p. 416 n. 5.
    7 - Gerard Jansz. van Berckel, burgemeester van Rotterdam.
    8 - Zie dl. III reg. en dl. II, p. 157 n. 3.
    9 - Trijntge Jans of Hendrixd. Pieter Lenertsz. Busch maakte tussen 1591 en 6 december 1606 onafgebroken deel uit van het Rotterdamse stadsbestuur; hij was sinds 1596 meermalen gedeputeerde ter dagvaart, terwijl hij in 1602 tot de eerste bewindhebbers der Oostindische Compagnie van de kamer Rotterdam behoorde; van 1603 tot 1605 was hij gecommitteerde raad en in 1606 burgemeester.
    10 - Simon van Beaumont; hij was met Gerard Schaep, raad en vroedschap van Amsterdam, en met Adriaen Besumer, oud-burgemeester van Rotterdam, naar Friesland gezonden om die provincie te bewegen de achterstallige quota te betalen. Zie Aitzema, Saken van Staet en Oorlogh I, p. 1168 v.