519
521
Grootmogende Heeren,
Sijnde gedwongen door eenige particuliere affairen ende de affectie tot mijne seer beiaerde ouders, die mij altijdt seer hebben bemint, soo ben ick nae de absentie van omtrent derthien jaren met voorweten ende goetvinden van S.M. van Vranckrijck2 overgecomen in dese landen verhopende, dat niemant sulcx qualick soude duyden te minder, alsoo ick bij alle gelegenheydt in mijne absentie mijne dienstige genegentheyt tot dese landen ende insonderheyt tot Hollant ende Westvriesland, welcker hoocheyt, vrijheyt ende reputatie altijt t'naeste wit is geweest van mijne actiën ende geschriften, hebbe bethoont ende, soo ick occasie gehadt hadde, meerder gethoont soude hebben, soo oock, dat ick vele eerlicke conditiën om deselve consideratiën tot noch toe heb naegelaten te amplecteren ende alsnoch niet dan tot noodt mij zoude willen t'eenemael van mijn vaderland vervreemden.
Ick hoope daerom, dat Uwe Gr. Mog. all hetzelve naer haare wijsheyt overleggende in mij ten goeden sullen affnemen ende mij de eere doen van te vertrouwen, dat ick ben ende altijdt sooveel mij mogelick zal zijn sal soecken te blijven
Uwer Grootmog. getrouwe ende ootmoedige dienaar
H. de Groot.