Mijn Heer,
Tot noch toe hebbe niet van uEd. gehad. Corvus2 heeft mij gescreven, dat
159
hij lange absent is geweest ende dat Hyades3 hem geseyt heeft, dat hij Pleiades4 van alles, dat daer passeerde, geadverteert hadde. Hyades sal wel weten, ofte Corvus de waarheyt seyt.Van Duytslant lopen hier veele verscheyden geruchten, doch sonder fondament. De gedeputeerde5 sijn noch hier; ick weet niet, wat ick van haer vertreck sal oordelen. Mijne opinie is, dat, indien sonder Farnabucq niet te handelen is, als soo duer te kopen, dat alles wel soude mogen blijven steecken. De geruchten sijn hier ende hebben lange gecontinueert, dat de Portugesen de Hollanders bij Farnabucq geslaegen hebben. Een courier van Genua heeft provisie van gelt gebracht, een wt Spangnen, dat de vloote in Calis gearriveert was. De legers sijn noch stil. Niettegenstaende den prins6 groote preparaten maeckende moeten de schepen ende waegens veele costen. Veele discoureren, dat den prins wel mochte op Coelen gemunt hebben om alsoo een stemme int Rijck te bekommen. Men hout, den hertoch van Feria7 marcheert, ick meene naer de Elsas. Lorraine blijft gewapent.
Dat ick van Hyades saecken int particulier niet en scrijve, is, omdat de tijden soo staende hij niet en resolveert. Sijne intentie wetende sal hem gaerne ende oprechtelijck dienen.
Hiermede blijve ick,
Mijn Heer,
UEd. ootmoedichste dienaer
W.d.B.
Den 5en Augusti 1633.
Adres (met andere hand): Aen Men Heer Men Heer de Groot etc. tot Hamborcht.
In dorso schreef Grotius: 5 Augusti 1633. W. van Oldenb.