422
Ik versta noch niet het oogmerk van die van Charenton. Aan Monsr. de Or2 hebben zij doen zeggen, zoo hij bij de consistorie wil komen en verzoeken ten avondmale toegelaten te worden met belofte van zijne opinie bij zich te houden, dat het hem zoude worden toegestaan. Die wet zoude ik niet willen ontfangen, alzoo ik vrijheit wil houden om bij gelegentheit en met moderatie 't gevoelen van Melanchton3 uit Godts Woordt, goede redenen en overeenstemming van de beste tijden voor te staan. Drelincourt4, een van de vier predikanten, heeft voor dezen gezegt, dat zijn verstant is, als de lutherschen zonder iets te zeggen bij hen ter communie zouden komen, dat bij hen zoude geduid worden als een stilzwijgende afstant van het luthersche gevoelen. In het advys, dat zij in Duitsland hadden gezonden, was ook een clausel, die buiten twijfel den lutherschen aanstoot zoude hebben gegeven; zoodat men op alles wel moet letten om in deze jaren geen faute te doen, maar denken om 't geen ik noch jong zijnde in 't grafschrift van Arminius5 heb gezegt.
Piaeque purus aequitatis adfectus Damnatus aliis ipse neminem damnat; Modestiaeque limitem premens donat Nunc verba Vero, nunc silentium Paci.