Mijn Heer,
UE. laeste sijn geweest van den 9 October2, sij over acht dagen beantwoordt3. Ick verwondere mij sedert niet ontfangen te hebben.
Hier vreest men, dat Cimon4 nae Alcaeus5 gaet. Simonides6 sal van hier daer gebruict werden om sulcx te beletten.
De heer van Sommerdijck7 hoor ick de ambassade nae Engelant heeft geaccepteert. De jonge neef Reigersberg8 heeft lust gehadt om derrewaert te gaen om de tael te leeren; heeft goede brieven van addres van den ambassadeur, die hier is9.
Nae t' belegh van Valence valt in die quartieren niet voor dan dat het Montferrat van de vrunden werdt opgegeten ende dat Anselmus Fels10, keiserlijcke gesante, seer werckt ende wint onder de catholische Switsers.
341
Den marescal de Chastillon11 is hier gecomen seer clagende over het weinigh volck, dat hij gehadt heeft in Picardië.
Aen hertogh Bernhard van Weimar12 werdt 400m gulden gesonden ende belooft vier millioenen s' jaers, midts onderhoudende twaelff duisent te voet, ses duisent te paerd; minder volck, minder gelt. Hij belooft, dat de geconfedereerde, die bij de confederatie blijven ofte noch daerbij sullen comen, niet en sullen handelen sonder den coning13. Die geconfedereerde sijn niemant, want alle hebben sij de confederatie gequitteert. Straesburg heeft wel noch niet gehandelt, maer geeft niet één penning aen gelt. Dat leger sal heel aen Vrancrijck sijn.
Gallas'14 volck loopt tot in t' hertogdom van Bourgogne.
Veele teeckenen doen mij geloven, dat Eusebius15 het niet groen en heeft op ons Neef16.
Den man van Rijs17 traffriqueert hier seer. Veele meenen, dat Vindex18 ende Hannibal19 al weten, hoe sij malcander bejegenen sullen. Elck vischt op sijn getij.
Den graef Jacob van Hanou20 heeft hoop, dat den landgraef21 noch goet hout, meent hem te vinden ende wat te vercrijgen tot stijving van die stadt, die soo wel heeft gemeriteert.
UE. sal daer verstaen, dat een deel van t' Sweedsche volck is gegaen nae de Weser.
Van de religie van den hertogh van Bouillon22 sijn wij hier noch in twijffel. Veele meenen, hij over lang met den coning gehandelt heeft van recompense, soo op de religie, als voor Sedan. Van sijn broeder, den vicomte de Turenne23, hebben die van de religie oock de beste opinie niet.
Ick recommandere uE. alle mijne saecken.
Tot Parijs, den 16 Nov. nieuwe stijl 1635.
Rotterdam24, boecken, papieren; Dideric25 verwacht ick.
342
Adres: Mijn heer Mijn heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant. In Den Hage. port van Amsterdam.
In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 16 Nov. 1635 wt Paris.