eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    2377. 1635 december 5. Van A. Matthisius1.

    Mijn Heer,

    Den 10den Octobris schreef ick aen uE. onder couverte van Sr. Overbeeck2, dat ick uE. versoeck gecommuniceert hadde met eenen Christophoro Schradero3 tot Helmstadt. Heden 8 dagen voegde ick daerop 't gene mij doen eerst van gemeldten Schradero, ter oorsaecke van sijn afwesen uyt Helmstadt was geantwoordt, ‘twelck mij goedtgedacht heeft bij dese gelegenheyt sommierlick te herhalen, omdat ick uyt uE. laesten, die mij D. Cornelius de Groot4 voorleden Sondach behandicht heeft, verneme, dat uE. mijnen eersten noch niet en heeft ontfangen of welicht de voorgaende oock niet terecht en quame.

    'T is dan alsoo, dat mij van D. Schradero met D. Calixti5 advys voor uE. gerecommandeert wert eenen Brandanus Daetri Hamburgensis6, tegenwoordich D. Calixti convictor, die hem sulck een getuychenisse geven van geleertheyt, vroomicheyt, gaven in 't preedigen, ende veerdige handt in 't schrijven, dat uE. nae alle vermoeden seer wel van hem sall connen gedient werden. Wanneer denn uE. soude mogen gesint wesen desen jongman te gebruycken, sall het nodich sijn, dat uE. literas vocationis op sijne persoon oversende, want men mij schrijft, dat men tot Helmstadt sonder dies niemandt de handen op en legge. Ick sal deselve, nae den ontfang, terstondt voortsenden. Ende D. Calixtus versekert ons, dat hij in sulcken vall des jongmans dimissie bij Fürst Eernst von Weimar7, wiens alumnus hij is, dadelick sall tewege brengen.

    UE. soon Cornelius is eergisteren vanhier voortgereyst op Lübeck om mijnheer den cancelier tot Straelsondt te gaen soecken. Sedert de laeste nederlage der Saxischen is tuschen hun ende de Sweedtsen niet voorgevallen.

    D. Narsius8 schrijft mij, dat hij gae nae Oost-Indiën te scheep als opper-

    373

    koopman, ende daer in 't landt als raedt. 'Tis met dien goeden man wel per varios casus etc.9.

    Men schreef hier als uyt den mondt D. Corvini10, dat de Fransche calvinisten 't besluyt van Alez geretracteert hadden, 'twelck gelijck het mij ongelooflick scheen, soo verneme ick nu uyt D. Cornelio, dat het abuys sij.

    Mijne l. huysvrouwe11 schreef bij mijnen voorgaenden mede aen mevrouw de Groot, ende doet neffens Frère van de Wouwer12, Oudartius13, mij ende de andere vrunden alhier haere gebiedenisse aen uE., mevrouw, uE. huysvrouw ende dochter14, deselve alle Godes genadige toevoersicht bevelende.

    UE. seer dienstwillige
    Assuerus Matthisius.

    Hamborgh, den 25en Novemb: 1635.

    Adres: Mijn heer Mijn heer Hugo de Groot, Ambassadeur Ordinaris van de Coninginne ende de Croon Sweden aen den Coninck van Franckrijck tot Parijs.

    loon.

    In dorso schreef Grotius: 25 Nov. 1635. Matthisius.

    En boven aan de brief: Rec. IV Jan. 1636 n. st.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. Diederichs 30 A g. Eigenh. oorspr. Betreffende Assuerus Matthisius -Sweer Matthijssen- zie V, p. 72 n. 10. Vgl. ook no. 2369.
    2 - Wellicht Joost Overbeeck, ook elders als correspondentie-adres genoemd; vgl. bijv. V, p. 93 en n. 5 aldaar. Matthisius' brief van 10 oktober is verloren gegaan.
    3 - Christoph Schrader; zie no. 2369, p. 364 en n. 1 aldaar.
    4 - Grotius' oudste zoon Cornelis was door zijn vader naar Duitsland gezonden om er o.m. de Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna te ontmoeten.
    5 - Georg Calixtus; zie over hem V, p. 90 n. 6.
    6 - Brandan Dätri; zie no. 2369, p. 364 en n. 3 aldaar.
    7 - Ernst van Saksen-Gotha en Altenburg; zie no. 2369, p. 364 n. 5.
    8 - Johannes Narsius -van Naarssen- (1580-1637) was aanvankelijk remonstrants predikant. Vervolgens in Frankrijk tot doctor in de medicijnen gepromoveerd werd hij lijfarts en historieschrijver van Gustaaf II Adolf (†1632). Tenslotte vertrok hij naar Java als buitengewoon raad en geneesheer van de Oostindische Compagnie en overleed aldaar.
    9 - Vergilius, Aen. I, 204.
    10 - Johannes Arnoldi Corvinus.
    11 - Agneta van de Wouwere.
    12 - Jan van de Wouwere (†na 1644), koopman te Hamburg.
    13 - Robert Oudart; zie over hem no. 2369, p. 364 n. 8.
    14 - Cornelia.