eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    2595. 1636 mei 19. Aan de Hertogin van Pommeren en Croy1.

    Hoochgeboren, Doorluchtige Vrouw,

    Ick heb ontfangen met behoorlijck respect den brief, die uwe Fürst. Genade mij heeft gelieft te schrijven tot Stolpe, den achtsten Januarii, mij eerst nu vijf dagen geleden door d'heer Labbé2 gelevert; ende gelijck ick altijt hebbe gewenst uwe Fürst. Gen. te connen dienen, hebbende oock mondelinge ende schriftelijcke last gehadt van mijn heer den rijckscancellier van Sueden3 om alles bij te brengen, dat mij mogelijck soude sijn tot bevordering van de saecken van uE. Fürst. Gen., soo heb ick mij verblijt daertoe eenige occasie door denselven brief ende de opening, die d'heer Labbé mij van de saecke gedaen heeft, te hebben becomen, ende ben terstont daeromme gegaen bij mijn heer den cancellier van Vranckrijck4 om aen denselven de saeck van uwe Fürst. Gen. ten hoochsten te recommanderen ende te versoecken, dat hem gelieven mochte een bequaem rapport daerover te ordonneren. Welcke recommandatie denselve heer cancellier van Vranckrijck wel aennemende ende 't versoeck van een goede rapporteur belovende na te comen, heeft sich in alle billickheyt geaffectioneert getoont tot uwe Fürst. Genade.

    Ick en sal niet nalaten in alles, wat voorder sal voorvallen, te soecken te betoonen, dat ick ben van heden, Hoochgeboren, Doorluchtige vrou, uwe Fürst. Gen. seer willige dienaer.

    Tot Parijs, den 9/19 May.

    Notes



    1 - Copie Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 2, p. 17. Geadresseerde, Anna (1590-1660), was de zuster van Bogislaus XIV, hertog van Pommeren († 1637), en de weduwe van de in 1620 overleden Ernst, hertog van Croy.
    2 - Misschien Charles Labbé of zijn broer, de jezuiet Pierre; zie IV, p. 198 n. 3.
    3 - Axel Oxenstierna; zie voor zijn instructie voor Grotius Oxenst. Skrifter 1. afd. XIII, p. 246 (no. 106).
    4 - Pierre Séguier; zie V, p. 103 n. 4.