eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    325

    2711. 1636 augustus 14. Aan N. van Reigersberch1.

    De ambassadeur Scudamoor2 heeft mij gezeidt, dat de agent Boswel3 hem had geschreven en garen weten wilde mijne opinie over het boek van Seldenus4; dat hij geantwoordt hadde, dat ik zeide, dat de heer Seldenus zijn verstant ende geleertheit hadde getoont, dat nopende de zaak zelve ik mij geen rechter wilde maken, maar wel geloofde, dat iet in zijn boek was, dat Zweden konde dienen. Dit heb ik uE. willen bekent maken, of misschien daarvan anders dan naar de waarheit wierd gesproken.

    De graaf van Leicester5 heeft brieven van den lord van Northumberlandt6, admiraal van Engelandt, zeggende, dat hij last heeft van de haringvangers tiende of uitkoop te eischen en die 't zelve betalen te beschermen tegens de Duinkerkers. Dezelve graaf van Leicester heeft mij gezeidt, dat hij mede verzocht is geweest om te contribueren tot eene nieuwe compagnie in Engelandt om haring te vangen, gelijk de graaf van Arondel7 daartoe hadde gecontribueert, maar dat hij zulks niet had willen doen, omdat hij zag, dat zulks in 't vervolg ging ten voordeele van Spanje. Hij hoopt, dat de heer Joachimi8 eenig accommodement zal brengen, en heeft op mijn vertrouwen wel ingenomen, dat het minste toe te staan een indrang zouw zijn in infinitum; dat daarom de Hollanders genoodzaakt waren alle hunne magt te gebruiken tot verdediging van een nering, daar zooveel menschen van leefden.

    Aldus laat ik niet om in alle gelegentheden het beste te vorderen, en zal noch meerder doen, wel zijnde geïnstrueert.

    Notes



    1 - Gedeelt. gedrukt Brandt-Cattenb., Leven II, p. 68.
    2 - Burggraaf John Scudamore, Engels gezant in Parijs.
    3 - William Boswell († 1649), van 1632 tot 1636 Engels agent in de Republiek; hij was bekend om zijn geleerdheid.
    4 - Betreffende John Selden en zijn Mare clausum zie men V, p. 515 en nn. 7, 8 en 9 aldaar.
    5 - Robert Sidney, graaf van Leicester, extra-ordinarius Engels gezant in Parijs.
    6 - Algernon Percy, graaf van Northumberland; zie no. 2710, p. 321 n. 7.
    7 - Thomas Howard, graaf van Arundel; zie V, p. 318 n. 12.
    8 - Albert Joachimi, heer van Hoedekenskerke, ordinarius gezant van de Staten in Londen.