Mijn Heer,
Monsieur Justel2 is wedergecomen van Sedan ende bij mij geweest. Seit dat de coninginne-moeder3 aen den graef van Soissons4 heeft geschreven ende dat tweemael bij hem edelluiden sijn geweest vanwegen den prince Thomas5. Dat hier te hoof wat suspicie is dat den graef van Soissons te Sedan is gecomen met kennisse van den hertogh van Bouillon6, welck dan voort redundeert op Calaber7. Hij heeft mevrouw van Bouillon8 mondeling, den hertogh van Bouillon - dien hij seit papist, jae jesuytisch te sijn - door brieven vermaent niet te gedoogen dat iet te Sedan geschiede tot prejudice van den coning9 ende tegen de conditiën van de protectie waerbij Sedan niet alleen is verbonden vijant te sijn van s'coninx vijanden, maer oock de stadt open te houden voor s'coninx volck. De trouppes vanden cardinael de la Valette10 sijn al te voren naebij Sedan geweest ende blijven daer ontrent. Fiesco11, die men meende dat in Sedan soude blijven, is met Mignet12 ter sluyp hier door gepasseert. Men meent hij beide de princen inciteert. Sij blijven vast aen malcander ende seggen daertoe verbonden te sijn. Chavigny13 is wedergecomen, maer brengt geen antwoord t'welck comen sal door Chaudebonne14, ende sal sijn, soo men seit, dat monsieur15 begeert sijn vrouw16 ende een stadt van seureté conjunctim non disjunctim, seggende dat sijnen secretaris17 in t'instellen vande acte, die ick uE. heb gesonden, hem heeft geabuseert, hoewel monsieur self die heeft geteickent. Den coning aen het parlement bij hem ontboden seggende, dat hij wel waer met sijn broeder ende dat hij t'huwelijck approbeerde ontviel onvroeds een woordt: on m'a constrainct de l'approuver, t'welck hij daernae corrigeerde ende seide on m'a obligé.
18
Den cardinael18 tracteert den coning vandage. Mijn huisvrouw is mede genoot op de comedie. Men seit het costen sa] 100m gulden.
Middelertijdt is men in Bretagne besigh de Staten te houden om gelt te vinden. Den impost op de wijn werdt verhoogt un escu sur le muy t'welck te Parijs sal bedragen douze cent mille escus19.
De nuntius20 handelt dagelijcx met pater Ioseph21. De Spaignaerd22 schijnt t'verleng te soecken hopende eenigh proffijt te doen met de inlandsche dissentiën van Vrancrijck, waerop Galas23 schijnt te wachten ende sijn reis nae Duitschlant uit te stellen tot naerder last.
Veele meenen, soo den coning nae monsieur toe treckt, dat monsieur in Poictou hem sal begeven ende hulp vinden. Den prins van Condé24 is hier, specimen partium.
Den cardinael de la Valette heeft wederbecomen in Lorraine, Vaudrevangt, S.t Avo, Creangt, plaatsen van seer groote importantie. Te Mets is het parlement met den gouverneur - dat is den cardinael de la Valette - in dissente: hij willende dat sij nae Toul vertrecken, sij niet willende ende geven contrarie placcaten uit.
Die voor Spaignie te Corbie laest heeft gecommandeert25 wert geseit te Luick hem ende sijn gelt gesalveert te hebben.
De geruchten in Duitschlant gaen, dat de Sweden Wurtzburg ingenomen ende met Erfurd sijn geaccordeert.
Men seit ses millioenen uit Spaignien sijn gedestineert tot de saecken van Italië, dat is om den hertogh van Parme26 voorts te ruïneren ende de Valteline op t'lijf te vallen.
Naedat ick dit had geschreven, heeft den cardinael mij oock doen bidden op de comedie, maer ick heb t'geëxcuseert.
Ick meen den agent van Engelant27 sal mij ende uE. wel het plaisir doen van de brieven aen mij over Engelant te doen gaen, t'welck bijwijlen wel noodigh waer, alsoo wij hier dicmael vier of vijf weecken sitten sonder advysen, daer die van Venegië28 altijd versche advysen heeft, t'welck mij in veele dingen hinderlijck is.
Vale, den 9 Ian. 1637.
Adres: Mijn heer Mijn heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant. In Den Hage.
19
In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 8 (sic) Ianu. 1637 wt Paris.