eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    2951. 1637 februari 8. Aan N. van Reigersberch1.

    Mon frère,

    D'heer Schmalckius2, secretaris van Sijn Excellentie Mijn Heer den rijcxcancellier van Sweden3 ende by sijnen heer in goede gunste, is hier gecomen tot Parijs ende bij ons wat verbleven, daernae met neef Peter Reigersberg4 gegaen nae Italie, doch vóór hem wedergecomen, ende nae eenigh verblijf hier te Parijs gaet nu weder nae Sweden, doch meent eenigen tijdt in Hollant te plisteren. Hij hout gemeenelijck bij ordre van Mijn Heer den rijcxcancellier met mij correspondentie.

    Bidde uE. daerom den voorschreven Heer Schmalckius soo om mijnentwille als om Mijn Heer des rijcxcancelliers wille alle vrundschap te toonen.

    U.E. dienstwillige broeder
    H. de Groot.

    Tot Parijs, den 8 Febr. 1637.

    Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant.

    In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 8 febr. 1637 wt Paris. Recommandeert Smalkius, secretaris van den heer rijxcancelier.

    Notes



    1 - Hs. Leiden, UB., coll. Pap. 2. Eigenh. oorspr.
    2 - Peter Abel Schmalz.
    3 - Axel Oxenstierna.
    4 - Pieter van Reigersberch, zoon van de in 1632 overleden rentmeester-generaal van Zeeland Bewester-Schelde Johan van Reigersberch, Maria's oudste broer.