314
Ik heb mij lang gereet gehouden tot dat werk. Omdat het te lang verbeidde heb ik iets anders begonnen: daar ik een einde of stilstant in wil maken, en terstont deze papieren in de hand nemen. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Mijn Heer de Prins van Oranje2 heeft een brief aan Aytzema3 geschreven, zoo toegezegelt, dat men die lezen konde, en heeft den zelven door den Heer Camerarius4 doen bestellen, waarin hij zich toont t'onvrede te zijn, dat in het stuk van Meurs gegaan is buiten zijn ordre te Regensburg. Waarom zulks en zoo geschiedt is, heeft bedenken. Ik zie niet, dat mijn Heer de Prins, sustinerende vrij te zijn van 't verhef van den Vorst van Cleve5, kan ontgaan Meurs van den Keizer6 ter leen te ontfangen. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Men zeid hier, dat de meening was een Hartogdom daar van te maken.
Ik weet niet of de Raden van mijn Heer den Prins van Oranje hebben opgemerkt, dat zijne Voorouders, die van Eaux niet alleen titulen hebben gehad tot het Graafschap van Provence, waaruit zij waren gesproten, maar ook tot het Koningrijk van Arles, waarin Provence en Oranje zijn gelegen, en waarvan Provence releveerde maar dat zij ook een tijdt lang in eenige possessie zijn geweest, die hen daarna is afgedrongen. Dit zoude konnen dienen, niet alleen om den naam van zijn Hoogheit te konnen rechtvaardigen, maar ook, zoo de Hartog van Savoien7 eens den eernaam neemt van Koninglijke Hoogheit vanwegen Cyprus, - zijnde zijn pretensie niet beter, dan die van 't Huis van Oranje op 't Rijk van Arles - van gelijken te mogen doen. Hae nugae seria ducunt8. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -