eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    3093A. 1637 mei 23. Aan Bernhard van Saksen-Weimar.1

    Doorluchtige, hoochgeboren furst ende heer,

    Voor alle de groote faveuren die ick van uwe furstelijcke Genade heb ontfangen, wil ick geen bedanckingen in desen brief voornemen te doen, alsoo alle mijn leven daertoe quaelijck sal connen bestant sijn, maer wel uwe furstelijcke Genade verseckeren dat wat diensten ick oit sal connen doen, off hier, off waer ick sal sijn, ick mij daertoe meer dan geobligeert sal houden. Ende alsoo den tijdt van het vertreck van uwe furstelijcke Genade is naeckende, wil ick deselve wenschen Godes segen om actiën te mogen doen, sijne hooge afcomste ende heroïque courage waerdigh sijnde.2

    Uwe furstelijcke Genade sal buiten twijffel beter dan wij sijn geadviseert van den stant van het Bannierische leger,3 de macht van de vijanden alledage seer aenwassende, soodat een vigoureuse diversie sonder verlies van tijdt wel noodigh soude sijn. Deselve sal oock seer dienen om mijnheer den rijcxcancellier4 te stijven in sijne advysen, streckende om het oorlogh soolang te continueren, totdat men het sal connen brengen tot het gewenschte ende van het gemeene beste.

    417

    Waertoe God almachtich sijnen segen verleene ende bewaere, doorluchtige, hoochgeboren furst ende heer, uwe furstelijcke Genade in gestaedige voorspoet,

    uwe furstelijcke Genades gantsch ootmoedige ende onderdaenige dienaer,

    H. de Groot.

    Tot Parijs, den XIII/XXIII Mey 1637.

     

    De weinigh[e] tijdingen die ick hebbe, schrijve ick aen d'heer Bonica.5

    Adres: Hoochgeboren, doorluchtige furst end' heer Bernhard, hertogh van Saxen, Gulick, etc.

    Notes



    1 - Hs. Gotha, Stadtarch., cod. A 392, f. 6, eigenh. oorspr. Bernhard van Saksen-Weimar (1604-1639) diende als kolonel en generaal onder Gustaaf II Adolf, koning van Zweden. Op 2/12 maart 1635 kreeg hij het opperbevel over de troepen van de Confederatie van Heilbronn, maar niet lang daarna, op 17/27 oktober 1635, verbond hij zich door ondertekening van het Verdrag van Saint-Germain-en-Laye in het geheim aan Frankrijk (NDB II, p. 113-115; S. Goetze, Die Politik des schwedischen Reichskanzlers Axel Oxenstierna, p. 162-163).
    2 - Bernhard van Saksen-Weimar had Parijs op 12 mei 1637 verlaten. Voordat hij zich op het strijdtoneel waagde, verbleef hij nog enige tijd in Troyes. Grotius' jongste zoon Dirk diende de hertog als ‘aide de camp’ (no. 3075 (dl. VIII)).
    3 - Het leger van de Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér.
    4 - Axel Oxenstierna.
    5 - Grotius' brief aan Tobias von Ponikau, raad en gezant van de hertog van Saksen-Weimar, is niet overgeleverd.