eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    3148A. 1637 juli 3. Aan Bernhard van Saksen-Weimar.1

    Doorluchtige, hoochgeboren furst,

    Ick had alrede uit verscheide advysen met vreuchde verstaen 't veroveren van Champlitt(e)2 ende eenige andere plaetsen, alsoock de notable victorie bij uwe furstelijcke Genade becomen in 't passeren van de Saone.3 Noch liever is mij geweest te sien uit den brief, daer uwe fu(rstelijcke) Genade mij mede heeft gelieft te vereeren,4 de sorge die deselve heeft gedragen om mij (de) particulariteiten te doen verstaen; waeruit ydereen sal connen verstaen niet alleen de groote couragie van uwe furstelijcke Genade, hebbende door sijn eigen exempel alle de sijnen geanimeert, maer oock het wijse beleidt van deselve in het passeren van de rivier, niettegenstaende eene soo stercke oppositie van den vijant. Ick en heb niet naegelae(ten) bij de depesche, vandage afgesonden, de coninginne ende heeren regenten van Sweden hiervan met alle de circumstantiën ende de lijste van de geslagen trouppen te adverteren,5 dewelcken buiten twijffel haer daerin ten hoochsten sullen verblijden ende meer ende meer gesterckt werden in de hooge achting van uwer furstelijcke Genades heroïsche deuchden.

    Gelijck nu alle dese victoriën mij ten hoochsten verblijden, soo ben ick daerentegen grootelijcx bedroeft geweest, verstaende het overlijden van de heer Ponnica, als wetende dat uwe furstelijcke Genade daeraen een seer trouwe ende ervarene diena(er) ende ick een lang bekent, oprechte vrund heb verloren.6 Ick en behoeve uwe furstelijcke Genade hierover niet te troosten, die altijdt bewesen heeft haer christelijck gemoet te onderwerpen onder Godes wijse ende almachtige regiering ende wel te verstaen, hoe cort ende onseecker dit leven is.

    Ick twijffele off den mareschalck Bannier nae 't verlies van de groote schans bij Wittenberg7 sich langer in die quartieren, daer de vijand dagelijcx seer sterck werkt, sal goedvinden te onthouden, off hem vougen met den heer marescalck Wrangel.8 De heer Lesle9 loopt tot voor Berlijn ende onse trouppen uit Pomeren hebben haer voor een goed deel in de Ukermarck begeven.10 De infanterie uit Sweden is alrede gepasseert over zee, de ruiterie soude in Iunio volgen.

    Den coning van Engelant heeft het tractaet, hier door sijne ambassadeurs met Vranc-

    421

    rijck gemaect, geapprobeert; dan alsoo de articulen daervan, immers voor een goed deel, secreet werden gehouden, is daervan niet seeckers te oordeelen.11

    Ick hebbe uwe furstelijcke Genade seer te bedancken dat het haer gelieft mijne affectie tot sijnen dienst, hoewel met weinigh macht vergeselschapt, voor aengenaem te houden, haer altijdt biddende aen de oprechticheit van deselve affectie niet te willen twijffelen. Godt almachtigh gelieve de treffelijcke intentions van uwe furstelijcke Genade met goede successen vorder ende vorder te vereeren, ende mij te vergunnen dat ick oit met der daet moge betoonen, doorluchtige, hoochgeboren furst, hoeseer ick ben,

    uwer furstelijcke Genade ootmoedige dienaer,
    H. de Groot.

    Den 3 July nieuwes stijls 1637, tot Parijs.

    Adres: Doorluchtige, hoochgeboren furst Bernhard, hertogh van Saxen, Gulick, etc.

    Notes



    1 - Hs. Gotha, Stadtarch., cod. A 392, f. 8, eigenh. oorspr.
    2 - Champlitte (ten zuiden van Langres) kwam op 21 juni 1637 in handen van Bernhard van Saksen-Weimar.
    3 - De volgende dag bracht Bernhard Karel IV van Lotharingen bij Ray-sur-Saône een nederlaag toe (Bernard de Saxe-Weimar, p. 216).
    4 - Deze brief is niet overgeleverd.
    5 - Ook Grotius' brief aan Christina van Zweden en haar regenten is niet bewaard gebleven.
    6 - Tobias von Ponikau, raad en gezant van de hertog van Saksen-Weimar, was op 28 juni 1637 te Dijon overleden.
    7 - Zie de bijlage bij de vorige brief (no. 3125A), met een bericht van de Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér.
    8 - De Zweedse veldmaarschalk Herman Wrangel (1587-1643).
    9 - De Schot Alexander Leslie, graaf van Leven (ca. 1580-1661), generaal in het Zweedse leger.
    10 - De Uckermark, streek ten noorden van Berlijn.
    11 - De Engelse ambassadeurs, burggraaf John Scudamore en Robert Sidney, graaf van Leicester, voerden in Parijs besprekingen over een tweetal verdragen die een nauwe militaire samenwerking tussen Engeland en Frankrijk beoogden (CSP Ven. 1636-1639, p. 233-234; een uitstekend overzicht van de onderhandelingen in O. Vigier, ‘La politique extérieure du cardinal de Richelieu: projets d'alliance avec l'Angleterre’, in: Revue des questions historiques 45 (1889), p. 481-528).