eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    3375A. 1637 december 8. Aan Bernhard van Saksen-Weimar.1

    Hoochgeboren, doorluchtige furst,

    Ick heb uwe furstelijcke Genade ten hoochste te bedancken van de twee brieven daermede deselve mij heeft vereert, gedateert den 25 October ende den 21 November, mij te

    440

    naeste bij op eenen tijdt ter handen gecomen.2 Met droefheit heb ick uit deselve verstaen, ende naerder vernomen uit het rapport van d'heeren Truchses ende Betz,3 hoe de lange uitstellen ende groot gebreck van naecomen van de overlang beloofde secoursen eerst uwe furstelijcke Genade belet hebben te doen in Duitschlant 'tgunt sijn genereux voornemen medebracht ende niet alleen voor Duitschlant, maer oock voor Vrancrijck seer oorboir ende voor de saecken van Swede hoochnoodigh was; hoe oock daernae de forten, met sulcke moeite bij uwe furstelijcke Genade becomen ende bewaert, bij anderen sijn verloren tot groote verachtering van de gemeene saecke.4 Heb daerenboven hier wel vernomen dat de secoursen, waervan de heeren Du Noyer ende De Chavigny5 mij hadden gesproocken, noch soo haest, noch soo groot niet en sijn gevolgt als de toesegginge, aen mij in qualiteit van ambassadeur van Swede gedaen, waeren medebrengende. Alle 'twelcke soowel in sichselve beclaechelijck is alsoock dat sulcx groote difficulteiten can veroorsaecken in de resolutiën die nu in Swede moeten werden genomen.

    Monsieur Betz, naedat hij hier gecomen was ende met mij hadde gesproocken, is gestaedigh geweest te Ruelle,6 vanwaer ick verwachte sijne wedercomste ende sijn advys om te verstaen in wat maniere ende waer ick best de saecke van zijne commissie sal connen helpen vorderen, gelijck ick mij daertoe houde geobligeert niet alleen vanwegen den dienst die ick de coninginne ende croon van Swede schuldigh ben, maer oock ten aensien van de faveuren die uwe furstelijcke Genade mij gestaedigh is betoonende.

    Monsieur Betz heeft mij oock gesproocken van iet particuliers uwe furstelijcke Genade raeckende ende in uwe furstelijcke Genades laesten brief vermelt. Niet alleen daerin, maer oock in alle andere occurrentië[n] sal ick blijde sijn uwe furstelijcke Genade te connen dienen.

    De advysen uit Hamburg7 brengen mede dat King8 sich bij Melander9 heeft gevoecht, waermede men hoopt het lant van Hessen te beschermen ende de swackmoedigen aldaer te stercken. Deselve advysen spreecken oock van geruchten dat den mareschal Bannier Swed wederbecomen10 ende in Silesië soude sijn getogen, doch sonder ons van de waerheit derselver tijdinge te verseeckeren. Ick verwachte vandaer naerder advysen aengaende de overlevering van de ratificatie van het Wismaersche tractaet11 ende de handeling met de Engelschen.12

    441

    Blijve voor altijd, hoochgeboren, doorluchtige furst,

    uwer furstelijcke Genades gantsch toegenegen dienaer,
    H. de Groot.

    Den 8 December nieuwes stijls 1637, tot Parijs.

    Adres: Doorluchtige, hoochgeboren furst Bernhard, hertogh van Saxen, Gulick, Weimar, etc.

    Notes



    1 - Hs. Gotha, Stadtarch., cod. A 392, f. 24, eigenh. oorspr.
    2 - Ontbreken.
    3 - Wolf Dietrich Truchsess, kamerheer van Bernhard van Saksen-Weimar, en Friedrich Betz, officier en gezant, zaakgelastigde van Bernhard van Saksen-Weimar.
    4 - Troepen van Bernhard van Saksen-Weimar hadden op 1-2 november 1637 een brug en vestingwerken bij Rhinau (ten zuiden van Straatsburg aan de Rijn) moeten opgeven. Wanhopige pogingen van de hertog om de Franse regering tot een adequate ondersteuning te brengen, hadden geen resultaat (Bernard de Saxe-Weimar, p. 249-252).
    5 - François Sublet, seigneur de Noyers, staatssecretaris van oorlog, en Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny en Buzançais, staatssecretaris van buitenlandse zaken.
    6 - Ruelle, tegenwoordig Rueil-Malmaison (Hauts de Seine), een buitenverblijf dat sinds 1635 in het bezit was van kardinaal Richelieu.
    7 - Grotius verkreeg het hier doorgegeven nieuws uit een brief van Balthasar Schörling, dd. 14 november 1637, ontvangen op 3 december 1637 (no. 3347 (dl. VIII)).
    8 - James King, generaal-majoor in Zweedse dienst.
    9 - Peter Melander (1589-1648), graaf zu Holzappel, van 1633 tot 1640 luitenant-generaal in Hessische dienst (NDB IX, p. 571).
    10 - Latere berichten uit het noorden bevestigden de verovering van Schwedt (bij Angermünde) door de Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér (nos. 3357 en 3367 (dl.VIII)).
    11 - Het subsidietraktaat van Wismar werd in het voorjaar van 1638 door Zweden geratificeerd.
    12 - In diplomatieke kringen werd onderzocht of Zweden zou kunnen toetreden tot een Frans-Engelse alliantie die afgelopen zomer in Parijs tot stand was gebracht.