eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5033. 1641 januari 28. Van P. Spiring Silvercrona.1

    Mijnheere,

    Voor de waerde ende hoochaengenaeme comunicatie van u Ex.en,2 die mij gisteren sijnde den 27 Ianuarii wel ter hand gecoomen is, bedanck ick mij ten alderhoogsten.

    Wij hebben hier de seeckerheyt van de mariage tuschen den jongen prince van Oragniën ende een princesse uyt Engelland,3 daer u Ex.en voor 8 daegen aen twijffelden, alsoo dieshalven niet alleen 4 brieven van den coninck ende twee van de coninginne van Engelland, maer oock selfs de conditiën van den coning ende coninginne onderteyckent, bij sijne Hooch.t mijnheere den prince van Orangiën sijn.

    Hier heeft men seecker advys dat den coning van Dennemarcken heeft een swaeren vall gedaen, daervan hij doodelijck sieck sijn soude. Onseeckerlijck willen ettelijcke dat hij dood sijn sal, waervan men den grond der waerheyt bij d'eerstaencomende Hamburger post sal hebben te verneemen. Des palsgraeff churfursten4 desseing aldaer is onbekend, doch weet men sooveel, dat hij swanger gaet van te senden eenen doctor Spina5 nae Regenspurg. Maer bij het affgaen van den voornoemden coninck sal men groote veranderingen sien, die meest ten besten connen geduyt werden.

    Dat u Ex.en meent geene rupture te zijn tuschen Sweden ende Spangiën, daer is mijn gevoelen anders in, alsoo ick mij wel t'ontsinnen weet dat in Duytsland wij alle d'Italiaensche goederen Spagniaerden ofte Brabanders toecomende, geconfisqueert hebben ende men bij rescontres in 't veld malcanderen oock niet geschoont heeft, dat in de Noordlinger slaechd6 wel blijckden, ende off nu wel geen opentlijcke, soo is doch een verdeckde vijandschap tuschen de voornoemde croonen.

    Wat wij uyt Duytsland hebben gelieft u Ex.en uyt bijgaender copy van Ceulen7 te sien.

    Hiermede eyndende bevele u Ex.en godelijcker protectie ende verblijve,

    u Excell.en dienstbereytwilligen.

    's-Gravenhaag, 28 Ianuarii 1641.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 6 Febr.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd., coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 13, 64. Oorspr. Niet ondertek.
    2 - Grotius' brieven aan Spiring van 1641 ontbreken grotendeels.
    3 - Willem II en een der beide Engelse prinsessen Mary of Elizabeth Stuart.
    4 - Karl Ludwig van de Palts was naar Denemarken gereisd; vgl. no. 5001.
    5 - Namens het huis van de Palts onderhandelden te Regensburg vanaf mei 1641 Konrad de Spina (1594-1645) en Georg Johann Peblitz (1577-1650). Vgl. Pufendorf, Comm. reb. Suec. XIII § 96; A. Jüdel, Verhandl. über die Kurpfaltz ... 1641/1642 (diss. Halle 1890). Zie ook de brief van Karl Ludwig aan de Staten-Generaal dd. 30 maart/10 april 1641; ARA, SG no. 6079.
    6 - De slag bij Nördlingen van 1634.
    7 - Bijlage no. 5.