eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5370. 1641 september 16. Van P. Spiring Silvercrona.1

    Mijnheer,

    Ontrent voor 8 dagen heeft sijne Hoocheit den prince van Orangië het meestendeel van sijn volck doen scheepe gaen ende is daermede door den Kiel op Bergen op den Zoom gezeilt. Men meent dat het wel op Santvliet soude gemunt weesen, te laet in 't jaer sijnde om noch desen somer te lande in Vlaenderen, ter oorsaake van derselver leege landen, iets te connen uitrechten. Dorsten blijft even sterck belegert ende, terwijle geen apparentie van secours noch van desen staet noch elders te verwachten is, sal sich moeten opgeeven. Wt Ceulen werden veele crijgsamunitie ende vivres nae 't leger voor Dorsten toegesonden ende is men aen 't keiserlijcke hof niet weinigh verwondert dat de plaetse sich soo lang is houdende.

    Van Regensburgh schrijft men dat nae de publicatie van d'amnestie2 men vermeende met de andere poincten haest gedaen werck te hebben ende te scheiden, sijnde de reformatie van justitie geremitteert tot op een deputations dagh, die tegens Maii toecomende te Spier3 sal gehouden worden, alwaer sijne kays. May.t wt cracht van sijne autoriteit sall connen een meerdere ende suffisanter contributie tot onderhoudinge van sijne armeën 't rijck opleggen, als sich geensints vergenoegende met de cleine bij de ständen veraccordeerde geltsommen. Ondertuschen fourneert de voorgeseide publicatie van amnestie alderhande discoursen ende veelen deselvige niet connende verstaen, wenschen daerop eene breedere uitlegginge te mogen hebben, ten principale daervoor houdende datter niet veel goets van te verwachten staet, ick versweige eenen algemenen vrede. Denselven keiser heeft mede aen de rijcxstanden een decreet gesonden, waerin hij is begeerende dat de drie nieuwe princen, Hohenzollern, Eggenberch ende Lockwits4 in dat vorstelijcke collegio mochten opgenomen ende daerinne haere sessie ende stemme neffens andere rijcxvorsten hebben, sijnde de baronnie van Lockwits in d'Overpaltz gelegen ende genaemt Sternstheim, in een onmiddelbaer vorstendom, tot groot naedeel van de lantsaterie des churfurstlijcke huys, verandert ende verhoocht geworden.

    514

    Tot Weenen was alreede eenen nieuwen ambassadeur van den Grooten Heere5 aengecomen, waerdoor men verhoopte, dat de hostiliteiten die de Turcken met stroopen ende rooven in Hongariën bleven continueren, soude comen te cesseren.

    U Ex.tie sal sonder twijfel mede bericht hebben van 'tgeene ons de brieven wt Lisbona van 17 Aug.to mede hebben gebracht, als dat daer een groot verraet6 op handen soude geweest sijn om Portugal aen den coning van Castilliën weder te leveren; d'welck ontdeckt is, ende veele van de grootste daeraen handadigh sijnde, sijn gevangen ende geapprehendeert, welckers naemen u Ex.tie wt bijgaende register7 sal connen vernemen. De particulariteiten staen noch te verwachten.

    Verblijve, mijnheer,

    u Excellentie dienst- ende vrintwilliger.

    Haghe, den 16 September 1641.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 25 Sept. 1641.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd., coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 13, 91. Oorspr. Niet ondertek. De brief is geschreven door Grotius' voormalige secretaris Pieter Pels (no. 5228 n. 1).
    2 - Zie no. 5357 n. 22.
    3 - Zie K. Bierther, Regensb. Reichstag, p. 8, 193.
    4 - Eitel Friedrich (†± 1661), graaf van Hohenzollern, Johann Anton (1610-1649), vorst van Eggenberg, en Wenzel Eusebius (1609-1677), vorst van Lobkowitz. Vgl. resp. Zedler, Universal-Lex. XIII, kol. 584; VIII, kol. 304; H.F. Schwarz-J.I. Coddington, Imperial privy council, p. 289v.
    5 - Mehmet aga. Vgl. Hammer, Hist. de l'empire ottoman X, p. 11; Theatr. Eur. IV, p. 452v.
    6 - Zie ook no. 5362 n. 8-10.
    7 - Deze lijst, van de hand van Pieter Pels, bevindt zich onder Grotius' nagelaten papieren, hs. Stockholm, RA, Gallica 10, Handl. tillh. Hugo Grotii beskickning 1639-1641. Op de lijst zijn de volgende personen vermeld; Luís de Meneses, markies van Vila-Real; zijn zoon Miguel de Meneses, hertog van Caminha; de inquisiteur-generaal; Sebastião de Matos de Noronha, aartsbisschop van Braga; ‘o arciebispo Damel’; António de Mendonça; Rui de Matos de Noronha, graaf van Armamar; António de Ataíde, graaf van Castanheira; Nuno de Mendonça, graaf van Val-de-Reis; Gonçalo en Lourenço Pires de Carvalho; Paulo en Sebastião de Carvalho; Luís de Abreu de Freitas; Jorge Fernandes de Elvas; Diogo Rodrigo de Lisboa en zijn zoon Jorge Gomes Alemo; António Correia; Pedro de Baeça en Belchior Correia da Franca.