eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    663

    5498. 1641 december 9. Van P. Spiring Silvercrona.1

    Mijnheer,

    Gelijck 'tgeen van mij alhier was wtgestroeyt, geweest is een onbeschaemde leugen ende lasteringe, alsoo ben niet minder verblijt geweest wt u Ex.tie brief2 te verstaen dat 'tgeen van deselve alhier is naegesegt geworden, mede een inventie ende calumnie is van een diergelijcken quaetspreecker, waervoor ick het oock altijts hebbe gehouden ende soo dickwils mij 'tselve is verhaelt geworden, voor een leugen soecken teniet te doen; 'twelck ick nu, van u Ex.tie daervan verseeckert wesende, met meerder asseurantie can staende houden. Ende sal u Ex.tie naem ende reputatie mij altijt in de grootste recomandatie verblijven ende deselve, sooveel mij mogelick is, soecken te verbreyden, in verblijvinge van, mijnheer,

    u Ex.tie dienstwilligste.

    Haage, 9 Xbris 1641.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 19 Dec.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd., coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 13, 100. Oorspr. Niet ondertek. De brief is van de hand van Grotius' voormalige secretaris Pieter Pels (no. 5228 n. 1). Antw. op no. 5488.
    2 - No. 5488.