eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    78

    5593. 1642 februari 8. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Nopende de vredehandeling is mijne opinie dat de Vereenigde Nederlanden hoe het gaet in oorlogh zullen blijven, ende Vrancrijck zoolang den coning ende den cardinael beide zullen leven. Zoo daerin verandering viel, zoude den coninck van Portugael in quade poincten staen, alzoo men om zijnentwille tot vrede niet en zoude naelaeten, maer mogelijck hem hoope geven van met geld heimelijck te assisteren. Dat daer geen geld ende weinigh ordre, werdt hier oock gelooft. Om 't bezit van Tercera zal gevochten moeten werden. Ende zijn de Portugesen in quade termen, die t'huis oorlogh hebben met den coninck van Spaegnien, ende in Brasyl, misschien oock ellewaert, met de Hollanders.

    Wat Engelant aengaet, 't is zeecker dat den adel ende den derden stant, als zij wel eensch waeren, de fundamentele wetten van het rijck, als is de stem van de bisschoppen in het parlement, niet en connen wechnemen. Ende daerenboven zijn alle parlementaire resolutië[n] crachteloos zonder 's conincx consent, zoodat daer niet anders en is te wachten als groote verwarring. Den coning moet nootelijck op eenige macht van buiten steunen, welcke macht moet zijn off van Vrancrijck off van Spaegnie. Welcke van beide het is, zal haest moeten blijcken. 't Exempel van de Ieren zoude licht in 't noorde[n] van Engelant connen werden gevolcht.

    Over Amsterdams vergrooting verblijde ick mij, wensche maer dat de regiering aldaer goed mach blijven. Ick dancke uwe Ed. van 't advys van de maniere van doen van Aelianus,2 waerop ick wel zal letten. 't Sal mij lief zijn dat hee[r] Rivet schrijve op mijne Annotatiën ad Cassandrum.3 't Is waer dat een jesuyt genaemt Aubertijn4 bij den cardinael uitgezonden is geweest om de inclinatie van veele ministers tot de kerckelijcke vrede te verstaen. Ende heeft bij eenige al vrij veele geopereert.

    8 Februarii 1642.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 8 Feb. 1642 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 25h. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 5594. Antw. op no. 5578, beantw. d. no. 5610.
    2 - Codenaam voor de Zweedse resident in Den Haag, Petter Spiring Silvercrona.
    3 - André Rivet publiceerde in april 1642 zijn Hugonis Grotii in Consultationem G. Cassandri Annotata. Cum necessariis animadversionibus Andreae Riveti ..., Leiden (Elzevier) 1642 (BG no. 1172).
    4 - Etienne Audebert (1592-1647), een theoloog, die zich vooral had toegelegd op het onderhouden van contacten met de protestanten (DBF IV, kol. 345-346).