eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5746. 1642 juni 14. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Uit veele advysen mercke ick dat de desseings van den coning van Engelant ende van de parlamentarissen zeer verscheiden zijn ende tot datelijckheit loopen. Zoo den coning eenige uit het parlement tot hem can trecken, daerdoor zal hij 't aenzien van het parlement bij de gemeente vrij wat breecken. Anderzins zie ick dat men hem alle macht zal benemen; ende zijn alrede in 't parlement discoursen gehouden die tot een afsweering tenderen.

    't Is mij lief dat mijn schrift tegens monsieur Rivet uE. eenigh contentement geeft.2 't Werdt hier met lust gelezen bij luiden van beide de gezintheden. Bij père Petau is veel meer lust tot een redelijcke vrede als bij monsieur Rivet.

    Waertoe strecken zal het boeck van Graswinckel,3 zal ick garen verstaen. De soon van de heer Conradi4 wil ick garen vrundschap doen, maer uEd. moet weten dat mijne mening niet en is mij minder te laeten respecteren bij de Hollanders als bij de Sweden. UEd. gelieve doch te helpen dat mijne Rotterdamsche papieren gedruckt werden alzoo het meer als tijd is.5

    't Vertreck van den cardinael nae de plaetzen ontrent Avignon, alwaer hij hem metterhaest can salveren6 ende vanwaer hij oock verzocht heeft eenige soldaten te becomen, is geschiet uit vrese van eenige harder effecte van des conincx desfaveur. Den coninck is door dese resolutie gesurpreneert geweest. Veele verwonderen haer dat de reine-mère in dese occurrentie niet hier en comt, alwaer zij niet argers en can verwachten dan zij alrede heeft. Eenige meenen Fabroni7 om zijn proffijt zulcx ontraedt.

    Tot Parijs, 14 Iunii.

    259

    Den coninck heeft aen den cardinael geschreven dat hij mach gaen waer hij wil om zijne gezondtheit, midts dat hij wedercome zoo haest hij can, alzoo den coninck zijne raedt in deze tijden zeer van doen heeft.8

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 14 Iunii 1642 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 27j. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 5747. Antw. op no. 5737, beantw. d. no. 5770.
    2 - De Animadversiones in animadversiones Andreae Riveti (BG no. 1175). Het was inmiddels geen geheim meer dat Grotius bewondering koesterde voor het werk van Denis Petau S.J.
    3 - De verhandeling De iure maiestatis van Dirck Graswinckel. Binnen enkele dagen zou Grotius een exemplaar ontvangen.
    4 - Mr. Coenraed Burgh, zoon van de invloedrijke Amsterdammer dr. Albert Coenraetsz. Burgh, wilde in Parijs een ontmoeting hebben met een vooraanstaand bouwmeester.
    5 - De Autentycque stucken (BG no. 889) konden in de loop van het jaar verschijnen.
    6 - Richelieu zocht in Tarascon herstel van zijn ziekte.
    7 - De Florentijn Luca Fa(b)broni, diplomatiek agent van de koningin-moeder Maria de' Medici (Lettres Richelieu III, p. 127 n.).
    8 - In een schrijven van 3 juni ontkende koning Lodewijk XIII dat er een verwijdering tussen hem en de kardinaal bestond (Lettres Richelieu VI, p. 926-927).