eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    457

    5906. 1642 oktober 3. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Op Maenendagh laestleden is den cardinael Mazarini ende Fabre, die gouverneur zal zijn, met een groot garnisoen ingetrocken in Sedan, mevrouw de hertoginne zijnde eerst vandaer vertrocken nae Roussy.2 Mijnheer den cardinael de Richelieu is van Bourbon-Lancy, alwaer zijne Eminentie bij 't baden niet veel voordeels en heeft bevonden, gegaen op de wegh nae Fontainebleau, alwaer men meent dat den coning mede haest zal comen.

    Don Melos heeft eenighe van zijn volck gezonden nae den graef van Fontaine,3 eenige maecken redoubtes ontrent Gravelinge, de meeste deel toonen haer ontrent Bethune, waerom den grave van Harcourt zich derrewaert begeeft om alle inval in Vrancrijck te beletten. Hertogh Carel is over de Sare ende werdt vervolgt bij monsieur du Hallier.4 In Wildestein heeft den vorst van Beyeren van zijn volck gelegt met onwil van de keiserschen.5

    Salze is aen de Fransoisen overgegaen den 15 Septembris.6 De twee victoriën van den prince Thomas ende van monsieur de Gransei werden hier breedt uitgemeten, zoo dat men zegt dat den prince Thomas heeft verslagen achtien cornetten van de Spaensche ruiterie ende monsieur de Gransé den baron de Cey gedoot ende vierhondertendevijftigh van de vijanden gevangengenomen.7 Men zegt dat den hertogh van Longueville Novara zoude becomen hebben door escalade.8

    Den coninck van Spaegnie is noch te Sarragosse, de Spaensche vloot bij Roses sterck, zoo men hier zegt, zesendedertich galeien, tweeëndeveertich andere schepen, de Fransche tot Barcelone bestaende uit tweeëndetwintich galeien, tweeëndetwintich andere schepen. 't Spaensche leger dat geweest is binnen Tarragone begeeft zich buiten ende schijnt occasie te zoucken

    458

    om te vechten. Van het Fransche leger dat voor Perpignan ende Salze is geweest, is een deel gezonden nae Italië, een deel tot renfort van den marescal de La Motte-Odincourt.9

    Chavagnac10 is van Tarascone gebracht nae de nieuwe rechtbanck te Grenoble. Men spreect hier dat de coninginne van Engelant van mening is haer herrewaert te geven, waernae niet zeer en werdt verlangt.

    Wij verstaen nu dat de baron de Cei niet doot en is, maer gequetst.11 Dat hertogh Carel is nae Worms; dat de Fransche vloot zich heeft geretireert in de havenen van Provence; dat eenige meuteriën zijn geweest t'Engoulesme ende op andere plaetsen in Vrancrijck, maer door naersticheit t' ondergebracht.

    3 October 1642.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 3 Octob. 1642 uyt Paris.

    En nogmaals: Broeder de Groot, den 3 Octob. 1642 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 29b. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 5905. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 4/14 oktober 1642).
    2 - Namens haar echtgenoot Frédéric-Maurice de La Tour d'Auvergne, hertog van Bouillon, en bijgestaan door haar zwager François de Roye de La Rochefoucauld, graaf van Roucy, deed hertogin Eleonora van den Bergh op 29 september formeel afstand van het familiebezit Sedan. Terwijl zij en haar gevolg de stad uitreden in de richting van Mont-Dieu, naderden van de zijde van Donchery de troepen van de koninklijke gouverneur Abraham de Fabert. De ceremonie van de souvereiniteitsoverdracht werd besloten met de intocht van kardinaal Jules Mazarin (Congar, Sedan et le pays sedanais, p. 327-328).
    3 - Het nieuws dat Frederik Hendrik dit jaar zijn campagne wilde besluiten met een mars naar de omgeving van Maastricht, bracht don Francisco de Melo tot het besluit om versterkingen te sturen naar het leger van Paul-Bernard, graaf van Fontaine, aan de Maas, (Gazette 1642, no. 131, dd. 11 oktober 1642).
    4 - Volgens de Gazette, no. 131 (supra), had hertog Karel IV zich verschanst te Sierck. Zijn achtervolger François de l'Hospital, sieur du Hallier, moest onverrichter zake terugkeren naar Neufchâteau.
    5 - Het kasteel Wildenstein was in bezit gekomen van het Zwabisch-Beierse leger van François de Mercy. Tegen de zin van de keizer kreeg het een Beiers garnizoen.
    6 - De Franse maarschalken Charles de La Porte, markies van La Meilleraye, en Charles de Schomberg, hertog van Halluin, waren op 15 september met de Spaanse gouverneur van Salses overeengekomen dat deze veertien dagen na ondertekening van de capitulatieovereenkomst de plaats zou ontruimen (Gazette 1642, no. 125, dd. 29 september 1642).
    7 - Vooral de Gazette 1642 maakte grote ophef van de zege die prins Tommaso Francesco van Savoye op 9 september bij Mottalciata had behaald. Ook de fortuinlijke actie van Jacques Rouxel de Médavy, graaf van Grancey, in de Franche Comté kreeg de volle aandacht.
    8 - De aanval van Henri d'Orléans, hertog van Longueville, verliep minder succesvol dan hier wordt aangegeven; vgl. no. 5921.
    9 - In Catalonië bleef het leger van Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, attent op Spaanse uitbraken in de richting van de Roussillon.
    10 - Josué de Chavagnac (†1652) verkeerde ten tijde van de ontdekking van de samenzwering tegen Richelieu in de entourage van de markies van Cinq-Mars.
    11 - Gouverneur Claude de Bauffremont, baron van Scey, die volgens Franse zegslieden gesneuveld was bij de actie van de graaf van Grancey in de Franche Comté, werd enkele dagen later weer in Gray gesignaleerd. Dit nieuws verscheen tezamen met de hierna volgende berichten in de Gazette 1642, no. 128, dd. 4 oktober 1642.