eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    465

    5912. 1642 oktober 10. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Den coning ende den grooten cardinael werden verwacht te Fontainebleau. Den cardinael Mazarini is wedergecomen van Sedan hebbende Fabert daer gelaeten in het gouvernement.2 Mevrouw van Bouillon is te Roussy, alwaer zij haeren man is verwachtende.3

    De Spaensche vloot blijft bij Roses ende de Fransche in de havenen van Provence. Monsieur de La Millerai rust te Lions.4 Mercy5 is bij Suls op de Necker, du Hallier te Neufcastel in Lorraine, hertogh Carel te Thionville, de graven de Guiche bij Guise, Harcourt bij Monstreuil, don Melos bij La Bassee, 'tselve sterckende, Beck in Lutsenburg zonder iet notabels uit te rechten.6

    De Fransoisen hebben het casteel van Salze gedemolieert7 ende de Spaegnaerden demanteleren veele plaetzen in Piedmont om met de bewaering van dien zich niet te beswaeren.

    Wij hebben hier twee ambassadeurs die t'huis sijn gecomen, Ferté-Imbert uit Engelant,8 d'Avaux uit Hamburg.9

    Men gelooft de coninginne van Engelant over Brabant herrewaerts comt. Haer comste zal minder gevreest werden, omdat de coninginne-moeder doot is, ende den coning van Engelant schijnt in termen te zijn van te accorderen met het parlement; welcke conings zaecken hier favorabler zoude[n] zijn, zoo men niet en meende dat den raed die zijne Majesteit heeft gevolgt meer gunstigh is geweest aen de Spaensche ende keisersche als aen de Fransche progressen, werdende hier oock gelooft dat den ambassadeur Roo te Wenen ligue heeft aengeboden zoo offensyf als defensyf met het huis van Oostenrijck.10

    Escot, biechtvader van den grooten cardinael, is met secrete ordre gezonden nae Rome.11 Den hertogh [van] Parma hebbende wel achtienduizent man bijeen heeft een inval gedaen in

    466

    het Boulonnois12 ende don Thaddeo doen teruggetrecken nae Castel Sint Joan.13 Denzelven hertogh heeft sterck verboth gedaen van geen vrouwe, nochte kercken ende cloosters te forceren, nochte brant te stichten. Den paus begint te vresen ziende den hertogh van Parma zoo opentlijck gestijft zoo bij Vrancrijck als bij de princen ende potentaten van Italië.

    Men zegt ons dat den coninck de appellatiën van Sedan zal doen gaen nae Parijs; dat den cardinael de Richelieu zal zijn legaet van den paus om de coninginne te croonen ende vanwegen den paus te assisteren de ceremoniën van den doop van 's conincx kinderen; dat in Catelagne het quartier is gebroocken;14 dat de catholycke Ieren veel nemen op de Engelsche te land ende te water ende den coning van Groot-Bretagne tot haer roepen; dat Asac is in handen van de Turcken, verlaeten zijnde bij de Cozacken.15

    10 October 1642.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 10 Oct. 1642 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 29c. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 11/21 oktober 1642).
    2 - Abraham de Fabert die sinds de 29ste september de Franse kroon vertegenwoordigde in het prinsdom Sedan. Administratief gezien bleef het gebied autonoom. Van het voornemen om het prinsdom in te lijven bij Champagne werd afgezien (Congar, Sedan et le pays sedanais, p. 332).
    3 - Op 4 oktober kreeg de hertog van Bouillon toestemming de gevangenis te verlaten (Congar, o.c., p. 325).
    4 - Charles de La Porte, markies van La Meilleraye, die dit jaar de Spanjaarden had verdreven uit Collioure, Perpignan en Salses.
    5 - François de Mercy, de bevelhebber van het Zwabisch-Beierse leger.
    6 - Zowel aan het Lotharingse front - gouverneur François de l'Hospital, sieur du Hallier, versus hertog Karel IV - als aan het front tussen Calais en Rijsel leken de strijdende partijen uit te rusten van de campagnes. De mededeling dat Johan van Beck naar Luxemburg was teruggekeerd, verscheen ook in de Gazette 1642, no. 131, dd. 11 oktober 1642.
    7 - Overeenkomstig de capitulatievoorwaarden van 15 september had het Spaans garnizoen op 29 september stad en vesting van Salses vrijgegeven aan de Fransen.
    8 - De Franse ambassadeur Jacques d'Estampes, markies van La Ferté-Imbault, was op verzoek van koning Karel I uit Engeland weggeroepen. Op 24 september aanvaardde hij de terugreis naar zijn vaderland (CSP Ven. 1642-1643, p. 163).
    9 - Claude de Mesmes, graaf van Avaux, de Franse gevolmachtigde ter vredesconferentie, had zijn standplaats Hamburg verlaten om afscheid te nemen van zijn stervende vader.
    10 - Vooral in Frankrijk werd gaarne geloof gehecht aan het gerucht dat Sir Thomas Roe tijdens zijn maandenlange verblijf in Wenen over meer zaken dan alleen over de kwestie van de Palts met de keizer had onderhandeld; vgl. CSP Ven. 1642-1643, p. 62-63, en CSP Dom. 1641-1643, p. 324-325.
    11 - Weinig is bekend over de missie van Richelieu's biechtvader Jacques Lescot. De theoloog was al voorgedragen voor de waardigheid van bisschop van Chartres. Hij overleed in 1657 (Gauchat, Hierarchia catholica IV, p. 135).
    12 - Eind september bereikte Odoardo Farnese, hertog van Parma, in een voorspoedig verlopen mars de oevers van het Trasimeense meer (Pastor, Gesch. Päpste XIII 2, p. 870-872).
    13 - Taddeo Barberini die officieel aan het hoofd stond van het pauselijke leger, liet in deze fase van de strijd de verdediging van het hertogdom van Castro aan anderen over (DBI VI, p. 180-182).
    14 - De Spaanse troepen die te laat waren gekomen om Perpignan te redden, begonnen uit onvrede dorpen in Catalonië in brand te steken (Gazette 1642, no. 131, dd. 11 oktober 1642).
    15 - In dezelfde aflevering (no. 131) van de Gazette kon Grotius het laatste nieuws over de verovering van Asow lezen.