488
Mijnheer,
Den coninck is te Versail, mijnheer den cardinael noch hier in zijn palais te Parijs. Maer men meent den coninck zal gaen nae Saint-Germain ende den cardinael nae Ruelle. De geruchten gaen hier breet van de victorie van den marescal La Motte-Odincourt tegen a[c]htienduizent Spaignaerden die Lerida wilden belegeren,2 alwaer men zegt vijftienhondert van de Spaensche zijde te zijn gebleven, zeshondert genomen met canon ende bagage. De Spaensche vloot hooren wij dat is bij Alfaques; ende dat de neutrale schepen bij de Portugezen genomen, omdat zij gingen nae Spaignie, zijn achtien in getaele.
Hertogh Carel is weder gecomen in zijne voorgaende quartieren.3 Monsieur du Hallier met zijne trouppes tusschen Marsal ende Pontemousson schijnt eenigh voornemen te hebben. Beck is weder in Lutzenberg.4 Don Melos heeft Cateau-Cambresis becomen ende zoude meer uitgerecht hebben, zoo hij niet gediverteert en waer geweest met de gedachten van Sedan.5 Den grave van Harcourt past op zijne actie, zich houdende bij Guise ende daerontrent.
Den hertogh van Bouillon is te Roussy. Men meent hij zijne residentie zal nemen in Turaine.6 Den coninck heeft een groot deel van zijne guardes, zoo Fransoisen als Switzers, wedergezonden nae Roussillon. Den keiser vordert de bijeencomste van de Rijcxstenden te Regenspurg om gelt te becomen,7 'twelck uit Spaignie niet langer en vloot.
Den hertogh van Longueville heeft Tortone becomen bij Casal.8 Den hertogh van Parme is in het gebiet van den Grooten Hertogh ende werdt bij de ligue van de Italiaensche princen ende potentaten zeer opentlijck geassisteert9 ende heeft hoope Castro weder te becomen, waerom den paus den cardinael Antonio daernaetoe heeft gezonden met vierduizent man te voet, tweeduizentvijfhondert te paerd, veel canons ende amonit[i]e, oock eenigh canon nae
489
de andere frontieren als Rieti ende Orvieto.10 Ende hoopt corts een zeer machtigh leger bijeen te hebben. Ende alzoo Vrancrijck den hertogh van Parme favoriseert, zoo schijnt de paus te inclineren om Spaignie contentement [te geven] ende mischien oock tot dien einde den bisschop van Lamego weder t'huis te zenden.11 Tot Milaen zijn zesduizent Switzers van nieuws aengecomen. Daerenboven doet men daer ende daerontrent groote lichtinge, met hoope van haest vijftienduizent man bijeen te hebben, zesduizent te laeten tot bewaering van de stadt en de naeste steden ende de rest te gebruicken tegen de Fransoisen.24 October 1642 te Paris.
Cateau en Cambresis was bij de Fransoisen gedemolieert, eer don Melos daer quam. Mercy voegt sich bij de baron de Soie tegens Coningsmarck,12 Gil d'Has bij hertogh Carel.13 Den hertogh van Longueville heeft oock Seravalle becomen.
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 24 Oct. 1642 uyt Paris.