eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5976. 1642 november 29. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Van 't limiteren van de macht van de gedeputeerden ter Generaliteit ben ick van die opinie aliud debere fieri, aliud futurum.2 Ick can die dingen wel aenzien mea sine parte pericli.3

    De zaecken van den coning van Engelant werden hier zeer gepubliceert tot voordeel van zijne Majesteit.4 Ende wij werden temeer bewogen om zulcx te geloven door de laetste publicatie gedaen bij sijne Majesteit aen de burgerie van Londre ende door de goede receptie tot Oxford.5 Men licht hier eenige regimenten op den naem van de coninginne van Engelant. Dat van Schotlant staet zeer te vresen, want het schijnt dat d'heer Pyme ende eenige anderen soo 't polityck als het kerckelijck t'eenemael hebben willen buigen nae de reden van Schotlant om vandaer hulp te hebben, doch de afzetting van de bisschoppen in 't kerckelijck heeft veele luiden doen volgen des conincx partij, omdat de bisschoppen haer niet quaelijcke en hebben gedraegen. God staet te bidden dat alles wel magh gaen, zoo hier als daer.

    Op de zaecke van Canuit6 comt mij in den zin dat een te Rome zeide: Illos quidem senatus, me autem tuebitur Tiberiolus meus.7

    Wat de ambassade aengaet, ick en ben daerin niet becommert.8 Wanneer dat geschiet, consilium in arena.9

    544

    In 't uitgeven van sijn Hoocheits brief aen mij heb ick die niet te cort gedaen, 'tzij dat het zijn Hoocheit wel gemeent heeft ofte quaelijck.10 Ick en behoef aen die in Hollant zijn geen reden van mijn doen te geven. Die van den cardinael anders geloven als dat hij de prosperiteit zoect van zijn Hoocheit, bedriegen haer. Ende al waer daer al wat oneffens, zoo zoude den cardinael 'tselve niet laeten wegen tegens zijn principale desseing van Spaignie te crencken. Uit Engelant is mij leed te verstaen dat het parlement den prins ende princesse in haer macht hebben becomen.11

    29 November 1642.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 24 [sic ] Nov. 1642 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 29j. Eigenh. oorspr. Niet ondertek.
    2 - In de zaak van de controle op de wapen- en troepentransporten naar Engeland bleef bij de leden van de Staten van Holland en de Staten van Zeeland het vermoeden bestaan dat Frederik Hendrik en met hem de Staten-Generaal vasthielden aan een politiek van bevoorrechting van het huis Stuart. Bij wijze van protest kwamen zij met het voorstel om de gedeputeerden ter generaliteit van beperktere instructies te voorzien (S. Groenveld, Verlopend getij, p. 86).
    3 - Vgl. Lucretius, De rerum natura 2, 6.
    4 - De Gazette 1642, no. 151, bracht op 28 november in een ‘extraordinaire’ een ‘Récit des guerres d'Irlande jusques au dernier du passé’, gevolgd door ‘La proclamation envoyée par le roy d'Angleterre, et affichée à plusieurs portes des temples et autres lieux publics de la ville de Londres le sixiesme du courant’ en ‘Les particularitez de la bataille donnée le deuxiesme de ce mois entre l'armée de sa Majesté Britannique et celle de son Parlement’. De voor beide partijen onbevredigende afloop van de slag bij Edgehill van 2 november zaaide verwarring, die nog versterkt werd door 's konings aanbod van een generaal pardon aan de parlementsgezinden (met uitzondering van John Pym c.s.); zie The Parliamentary History of England II (1625-1642), kol. 1494-1504.
    5 - In Oxford wachtte koning Karel I op nieuws over de laatste ontwikkelingen in Londen (CSP Ven. 1642-1643, p. 193).
    6 - Johan de Knuyt (1587-1654) die de prins vertegenwoordigde als eerste edele in de Staten van Zeeland, maakte zich kenbaar als een fervent tegenstander van de eigengereide buitenlandse politiek van de zeegewesten Holland en Zeeland (CSP Ven. 1642-1643, p. 194; S. Groenveld Verlopend getij, p. 86).
    7 - Tacitus, Annales, 6, 5.
    8 - Grotius reageert hier op het nieuws dat in de Zweedse rijksraad stemmen waren opgegaan om hem ontslag uit diplomatieke dienst aan te zeggen.
    9 - Vgl. Seneca, Epist., 22, 1.
    10 - In zijn Votum pro pace ecclesiastica (BG no. 1183) had Grotius een brief van Frederik Hendrik gepubliceerd. Om onbekende redenen werd deze brief niet in alle exemplaren van de Blaeu-editie van het Votum afgedrukt (BG no. 1184).
    11 - Prins Henry, hertog van Gloucester, en prinses Elisabeth werden begin november overgebracht naar het huis van Lord Cottington in een Londense buitenwijk (CSP Ven. 1642-1643, p. 192).