Mijnheer,
U. Exc. seinde hiermede de puncten van beschrijvinge van sijne Majesteit van Polen aen de heeren senatoren tegens toekomenden rijcksdagh van den 11 Februari 1643.2 Daer sijn aen den generael Conietspolsky3 brieven gekomen dat de Doonsche, met toedoen van de Saporoffsky Cosacken, de Turcken bij Asach onversiens hadden overvallen, dryduisent dootgeslagen ende die plaetse wederom geoccupeert.4
551
Hier is in ambassade doorgepasseert de heer van Eckenraet, stathauder van Dusseldorp,5 aen den churvorst van Brandenborgh wegens den hartogh van Neuborgh. Hoogstgedachten churvorst heeft sijne reise naer der Marck noch voor 5 ofte 6 weken wtgestelt.
Verblijvende, mijnheere,
u. Exc.z dienstwillige dienaer,
Paulus Pels.
Danzick, den 5 December 1642.
Bovenaan de brief schreef Grotius: 7. Dec. [sic ] 1643.