eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6058. 1643 januari 26. Van P. Spiring Silvercrona.1

    Mijnheere,

    Den tijt geeft tegenwoordigh heel weinig schrijfwaerdige materie. Het is nu een tijt geleden dat in de Meyerije van 's-Hertogenbosch2 eene retorsie3 is voorgeloopen, also dat desen staat wt seeckere redenen de papistische priesters ende de Spaensche daertegens de gereformeerde hebben wtgejaegt, waerdoor de kercken aen beiderseits ongefrequenteert sijn gebleven. Om dese differentie bij te leggen is voor weinig dagen wt Brabant een seecker persoon alhier aengecomen, die men oock vermeint commissie te hebben om van vrede of stilstant - gelijck onder soodanig pretext voordesen dickwils geschiet is - eenige openinge te doen. Wat daer eigentlijck van is, en hebbe noch niet connen vernemen.

    Men is even sterck beesigh4 met de reductie van de soldatesqua te voet, dat is de compagniën van 200 coppen te brengen op 150 ende die van 150 op 120 ende die van 120 op 100 coppen, ende deselve alsdan maentlijck precis te betalen ende aen de officiren van de achterstallige soldijen mede promt contentement te geven. Welcke reductie meest van de provintie van Hollant geürgeert werd, hoewel deselve bij de 6 millioenen aen guldens tot betaelinge van de oude restanten heeft wtstaende.

    Nu onlangs is een vremt schip alhier voor het lant comen liggen, 'twelck alle andere schepen nae Engelant loopende visiteerde; dieswegen de heeren Staten-Generael op aensoecken des princen van Orange, als generael ter zee, twee schepen hebben wtgesonden

    54

    om 'tselvige te besoecken, sijne commissie af te vragen ende nae bevindinge der saacken wel gans op te brengen.5

    Hier worden alle praeparatoria gemaackt om de coniginne van Engellant scheep te begleiden, die men sterck segt morgen te sullen vertrecken, tot welcken einde den admiral Tromp met 7 schepen nu eenige dagen tot Schevelingen dicht bij strant heeft gelegen.6

    Verblijve, mijnheere,

    u. Exc.tie dienstwilligste.

    Hage, den 26e Ianuarii 1643.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 4 Febr.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 13, 116. Niet ondertek. De brief is van de hand van Spirings secretaris Pieter Pels.
    2 - Frederik Hendrik stelde zich op het standpunt dat hij als heer en meester van 's-Hertogenbosch (1629) ook recht kon laten gelden op de Meierij van 's-Hertogenbosch. Deze pretentie werd hevig betwist door de Staten van Brabant. Hoewel over deze kwestie al vele jaren onderhandelingen liepen, bleef de zaak onopgelost, met het gevolg dat in de regio telkens weer fanatiekelingen opstonden die op brute wijze uiting gaven aan hun onvrede met de bestaande situatie (de zgn. ‘retorsies’) (Poelhekke, De Vrede van Munster, p. 40 en p. 66).
    3 - De ‘retorsie’ in de Meierij werd op 14 januari onder de aandacht van de Staten-Generaal en de Staten van Holland gebracht (Res. SH, dd. 17 en 22 januari 1643).
    4 - Het fel bediscussieerde voorstel om bezuinigingen door te voeren in het Staatse leger. Van de Staten van Holland ging het voorstel uit om de compagnieën infanterie terug te brengen van 200, 150 en 120 hoofden, op resp. 150, 120 en 100 hoofden (Het Staatsche leger IV, p. 130-136).
    5 - De kapitein van het schip, Robert Slyngesby (Slingsby), verlangde van schepen, die de Maas verlieten om naar Engeland te varen, dat zij koers zouden zetten naar de koningsgezinde haven van Newcastle (Res. SH, dd. 15 en 16 januari 1643, en S. Groenveld, Verlopend getij, p. 155-156).
    6 - Admiraal Maarten Harpertsz. Tromp wachtte op de laatste orders van koningin Henriëtte Maria. Iedereen was opgelucht toen zij aankondigde dat haar vertrek op de 29ste januari zou vallen (CSP Ven. 1642-1643, p. 233).