eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    212

    6175. 1643 april 18. Aan J.A. Salvius.1

    Illustrissime domine,

    Quid Galli velint hoc rerum statu difficile dictu est. Rege aegrotante nutat publica auctoritas, magisque nutatura est, si quid regi humanitus evenerit.2 Mazarinus et Chavigniacus rerum potiuntur, sed norunt stare se lubrico in loco unde cecidit Noyerius. Ego, qui semper pacis amans fui, nunc eam vel maxime exopto, ut vitentur non tantum ea quae sentiuntur mala,3 sed et ea quae mihi videntur prospici.4 Sed quia deliberationum harum momenta mihi non satis sunt cognita,5 ad Deum me6 vertam, eumque precabor ut hoc negotium ad bonum commune dirigat, simulque, illustrissime domine, omnes res Excellentiae vestrae prosperet,

    Excellentiae vestrae ad servitia paratissimus,
    H. Grotius.

    Lutetiae, VIII/XVIII Aprilis 1643.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): D. Salvio.

    Bovenaan de copie te Den Haag: D. Salvio.

    Bovenaan de brief in de copie te Leipzig: Argumentum. Noyerius gratia excidit. Anceps rerum status.

    Notes



    1 - Tekst naar copieboek Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61, 133. Abusievelijk opgenomen onder de brieven aan A. Oxenstierna; later doorgehaald. Afschriften in copieboek Leipzig, UB, ms. 2633, f. 48, en in copieboek Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 4, p. 49. Gedrukt Epist., p. 712 no. 1588. Johan Adler Salvius (†1652), Zweeds gevolmachtigde ter vredesconferentie, werd in 1590 te Strängnäs geboren. In zijn jeugd bezocht hij de universiteiten van Uppsala (1609), Rostock, Helmstedt, Straatsburg, Marburg, Montpellier (medicijnenstudie) en tenslotte de universiteit van Valence waar hij op 5 december 1619 promoveerde tot doctor in de beide rechten. In 1620 werd hij voorgedragen voor een aanstelling in de Zweedse hofraad. Vanaf 1631 resideerde hij - weliswaar met onderbrekingen - te Hamburg (SBL I, p. 143-156; Een rondgang langs Zweedse archieven, p. 113).
    2 - In de Epist.: ‘adveniat’.
    3 - De Epist. geeft: ‘modo’.
    4 - In de Epist.: ‘posse prospici’.
    5 - Op 20 april maakte koning Lodewijk XIII de samenstelling van de toekomstige regentschapsraad bekend. Vier staatsraden kregen hierin een vaste zetel, te weten kardinaal Jules Mazarin, staatssecretaris Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny, kanselier Pierre Séguier en de staatssecretaris voor financiën Claude le Bouthillier, heer van Pont-sur-Seine. De grote verliezer in het spel om de macht was de op 10 april van zijn functie ontheven staatssecretaris François Sublet, seigneur de Noyers.
    6 - ‘me’ ontbreekt in de Epistolae.