eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6185. 1643 april 25. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Ick wilde wel weten wat de raeden ordinaris hebben die nae Oost-Indië gaen,2 om daerop te letten ende oock op andere conditiën daervan ons werdt gesproocken om het een tegen het ander te overwegen.3 Zoo dat niet en valt, magh ick eens dencken wat hier in 't stuck van Oost-Indië te doen zoude zijn. Ick zal uwer Ed. antwoord op mijne voorgaende ende advysen van alles verwachten.

    25 April 1643.

    Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant, in Den Hage. Port 8 s.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 20 [sic] April 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 31 l. Eigenh. oorspr. Niet ondertek.
    2 - Nicolaes van Reigersberch zou in Amsterdam informeren of de bewindhebbers van de Oostindische Compagnie genegen waren om Grotius' oudste zoon Cornelis in dienst te nemen.
    3 - Inmiddels had Cornelis de Groot een ander voorstel ontvangen; vgl. no. 6192.