eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    239

    6197. [1643 mei 2]. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Zoo iemant in Hollant conde werden gevonden die Rivet ende zijne hulpers wat ernstelijck haer ongelijck wilde aenwijzen, 't waere goed.2

    De reize van d'heer Johnsoon3 naer Engelant can goed doen, doch can noch lang aenloopen, alzoo ick weinigh apparentie noch mercke tot een paix zoo de trefves zelve niet en is gesucedeert.4 Den besten raed voor 't huis van den Pals ende voor Engelant zelve waer dat den coninck van Engelant tractaet maecte met Swede ende Vrancrijck voor het sluiten van de generale vrede. Daerdoor zoude eerst den keizer en de Beierforst bewogen werden om zich te accommoderen in de zaecke van de Pals. De gemeente van Engelant zoude goede opinie crijgen van den coninck ende de contrarie factie daerdoor gebroocken werden, ende zoo dezelve noch opiniastreert, zoude Vrancrijck met crijgsvolck, Swede met schepen den coninck assisteren tot restablissement van zijne wettelijcke autoriteit.

    Ick zal garen verstaen den voortganck van de bezending aen de cleine provinciën ende de instructie voor de gedeputeerden ter generaliteit.5 Zulcke zaecken voorgenomen ende niet volbracht zijnde doen meer quaedt als goeds. Ende eenicheit onder zooveel hoofden, die veeltijds oock eigene interesten hebben te houden, is bezwaerlijck. De ambassade uit uwe quartieren nae Hollant6 zal mijns gevoelens niet veel opereren.

    Onzen oudste heeft een andere gedachten7 in het hooft van een compagnie te lichten van tweehondert man in Switzerlant ende daermede de Republycq van Venetië te dienen. Aengaende den tweede: 'tgunt hij van ons nu zoude connen becomen nevens hetgunt aen d'ander zijde ten huwelijck zoude werden gegeven is niet om veel uit te rechten ende de kinderen wel op te brengen. Dewijl hij niet en heeft willen letten om meer middelen te behuwelijcken, staet het hem toe te zien waeruit hij dat cort zal suppleren. Dat most geschieden door een eerlijck officie ofte groote practijck, inzonderheit van steden ofte compagniën. Anderzins hem te helpen tot een mal werck doen wij niet garen.8

    Alsoo ick den tijd niet en heb om veel copyen te doen maecken van des conincx

    240

    declaratie, bidde ick uE. dese copie te willen leenen aen mijn broeder de Groot om die af te schrijven, zoo 't hem gelieft.9

    Onderaan de brief schreef Reigersberch: Den 2 Mey 1643.

    En in dorso: Broeder de Groot, uyt Paris den 2 Mey 1643.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 31m. Eigenh. oorspr. Niet ondertek.
    2 - Die ‘iemant’ werd niet gevonden. In 1645 leverde Grotius bij de Amsterdamse uitgever dr. Joan Blaeu het manuscript in van de Rivetiani Apologetici, pro schismate contra Votum pacis facti, discussio (BG no. 1195). Zie over de totstandkoming van de uitgave, Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau III, p. 218.
    3 - Samson Johnson, predikant van keurvorstin-weduwe Elisabeth Stuart, de ‘Winterkoningin’ in Den Haag. Zijn positie aan het hof wankelde (C. Oman, Elizabeth of Bohemia, p. 359).
    4 - De wapenstilstand in Engeland liep de eerste week van mei af (CSP Ven. 1642-1643, p. 267-269).
    5 - Een delegatie uit de Staten van Zeeland had van 25 februari tot en met 14 maart een bezoek aan Den Haag gebracht. Tijdens het overleg viel het besluit om de andere provincies voor te lichten over de afspraken die de Zeeuwen en Hollanders hadden gemaakt ten aanzien van de beveiliging van de kustwateren en de instructies voor de gedeputeerden ter generaliteit; vgl. Res. SH, dd. 19, 21, 25 en 28 maart en 28 april 1643.
    6 - Lees: ‘Engelant’. Men dacht erover om de stokoude Staatse ambassadeur Albert Joachimi, heer van Hoedekenskerke, weer naar zijn standplaats te laten terugkeren (S. Groenveld, Verlopend getij, p. 112).
    7 - Cornelis de Groot liet zijn Oostindische plannen varen.
    8 - Grotius keerde zich tegen een huwelijk van Pieter de Groot met de Delftse regentendochter Charlotte van Santen. Niet lang daarna mengde Maria van Reigersberch zich ook in de kwestie van de huwelijksgift; zie Rogge, Brieven van en aan Maria van Reigersberch, p. 249-250.
    9 - Koning Lodewijk XIII had op 20 april zijn wensen met betrekking tot de samenstelling van de toekomstige regentschapsraad openbaar gemaakt; vgl. nos. 6181 en 6186. Korte tijd later verscheen in de Republiek een vertaling van de ‘Déclaration du roy, sur la régence de la reyne. Vérifiée en Parlement le 21 avril 1643’ (Knuttel, Cat. v. pamfl. no. 4905, en Aitzema (fo) II, p. 887-890).