eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6296. 1643 juli 4. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    De zaecke van den coning van Engelant werden hier zeer gefavoriseert ende zoo men comt tot een bestant, zal met vigeur daerin gearbeit werden. Hier loopen prenten in druck hoe de coninginne van Engelant in effigie is onthooft om 't parlement haetelijck te maecken.2

    Die begonnen hebben te raecken de autoriteit van de gedeputeerden ter Staten-Generael mogen wel toesien dat zij iet goeds uitrechten ofte anders loopen zij peryckel.3 Met vier stemmen meene ick dat men in die materie can concluderen.

    De eenicheit hier te hove gaet noch wel. Den prins van Condé is zeer voorzichtig ende defereert zeer veel aen den hertogh van Orleans. De coninginne werdt zeer bemint. Wij sullen zien waer den Hollandschen tocht heene wil; misschien nae Ruermonde ende Venloo.4 Ick en meene niet dat men Stricklant behoort audiëntie te geven in eenige publique vergadering.5

    De croon van Swede behoeft geen vernieuwing van alliantie, alzoo de alliantie is gemaect tusschen de twee rijcken.6 't Versoeck van den hertogh van Bouillon7 zal nu zoo quaelijck niet genomen werden als wel voordeze, maer zal geduirende het oorlogh geen operatie doen.

    4 Iulii 1643.

    Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant, in Den Hage. Port.

    In dorso staat in een onbekende hand: Den 4 July 1643.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 32i. Eigenh. oorspr. Niet ondertek.
    2 - De Franse reactie op het bericht dat leden van het Engelse Parlement tot vervolging van koningin Henriëtte Maria wilden overgaan; zie no. 6270.
    3 - Het samenwerkingsverband tussen de Staten van Holland en de Staten van Zeeland. Over het karakter van dit beraad schreef de Haagse hofsecretaris Constantijn Huygens op 2 juni 1643: ‘De Staten van Holland zijn bijeen; natuurlijk zullen zij alleen besluiten, wat nuttig is voor hunne stad en voor hen zelf. ‘Ils s'amusent diligemment pour entasser quelque peu, mais j'ay peur que ces fourmis d'estat ne gastent le jardin de la Hollande et de toutes nos provinces’’ (Briefw. C. Huygens III, p. 384-385).
    4 - Drie dagen later wist Grotius dat het Staatse leger voet aan wal had gezet in Zeeuws-Vlaanderen; zie no. 6292.
    5 - Ondanks protesten van de koninklijke gezant sir William Boswell gingen de Staten van Holland voort met het in ontvangst nemen van verklaringen van de parlementsgezinde Engelsman Walter Strickland (CSP Ven. 1642-1643, p. 290, en S. Groenveld, Verlopend getij, p. 111-112).
    6 - Op 27 juni waren brieven naar Stockholm verstuurd waarin van Franse zijde de verzekering werd gegeven dat het subsidieverdrag van 30 juni 1641 nageleefd zou worden.
    7 - Frédéric-Maurice de La Tour d'Auvergne, hertog van Bouillon, had zijn oom Frederik Hendrik benaderd met een verzoek om hem te steunen in zijn eis tot teruggave van het prinsdom Sedan (Briefw. C. Huygens III, p. 392). De prins van Oranje bood spontaan zijn goede diensten aan en schreef een aanbevelingsbrief aan de regentesse; vgl. Lettres Mazarin I, p. 251.