Mijnheer,
Wij verwachten 't overgaen van Thionville, alwaer nae 't veroveren van een halve maen in de gracht ende een bolwerck de mijnen zijn gebracht onder de wal.2 Den hertogh van Engoulesme hout zich bij Perone,3 Beck bij Lutsenburg.4 Bucquoi is vertrocken uit
452
het quartier bij Boulogne. Den marescal van Guebrian5 is bij Uberlingen, verwachtende daer d'uitcomste van Thionville. Hertogh Carel werdt gezegt twee mijlen vandaer te zijn6 ende schijnt de hoope van de handeling met Vrancrijck niet gequitteert te hebben, alzoo den gouverneur van La Motte,7 welcke plaetze nu bevrijt is van blocqueringen, verboden heeft eenige hostilitijt te doen tegen Vrancrijck.Den coninck van Spaignie is, zoo men ons zegt, te Pampelune ende den marescal de Motte-Odincourt neemt eenige plaetzen in, gelegen in Arragon8. De Fransoisen in Italië zijn negenduizent te voet, vier te paerd, hebben Villa Nova d'Aste becomen9 ende meenen Valenza in het Milanois te belegeren. In het Ferrarois is 't volck van den paus de sterckste.10 Maer in 't hertogdom van Urbyn heeft den Grooten Hertogh Montelion becomen ende gaet, zoo men meent, nae Perusia.11
Den resident van Engelant alhier heeft geviert over de t'zamevouging van den coninck ende coninginne van Engelant ende over twee victoriën.12 Doch werdt gevreest dat de Schotten de parlementarissen te hulpe zullen comen. Denzelve resident arbeidt hier zeer om van Vrancrijck eenige zeeckerheit te trecken in de Paltzische zaeck.13
De heeren d'Avaux ende Chavigny zijn noch niet vertrocken.14 Zullen over Hollant comen ende zoo met de heeren Staten als met den churfurst spreecken.15 Die van Oostenrijck ende Beyeren zoecken alsnoch tegen te houden het zenden vanwegen de churfursten, fursten ende steden nae de plaetzen van de generale tractaten,16 ende heeft den hertogh
453
van Beyeren een schrift uitgegeven tegen een schrift van den heer ambassadeur Roo.17 Heeft oock niet connen becomen de toestemming van de stadt Regenspurg om daer volck te lichten. Die van 't huis Wirtemberg hebben niet becomen de verhoopte verbetering in haer tractaet.18De bagagie van de gravinne van Bossu, die haer noemt hertoginne van Guise, is van Diepe teruggegezonden naer Hollant.19 Den hertogh van Guise zelve verclaert zich noch niet over het stuck van het huwelijck, maer tracht zijn beneficiën te brengen op zijn broeder.20 't Gouvernement van Guienne is wedergegeven aen den hertogh van Espernon als vrij gekent bij het parlement van Parijs.21 Hier zijn onlusten tusschen eenige princessen, die oock veele mans in partijdschap trecken.22 Breszé, nu genoemt hertogh van Fronsac, hoopt te behouden de surintendance van de zee,23 hoewel daernae staen den hertogh van Vendosme ende den grave van Harcourt.
8 Augusti 1643.
Nu verstaen wij dat den grave van Harcourt24 zal zijn grand escuiyer ende boven de gages ende pensioenen staende tot dat officie zal hebben een rente van dertichduizent gulden ende belofte van het eerste gouvernement dat zal comen te vaceren. Dat den hertogh van Vendosme zal hebben dese surintendance de la marine ende dat den hertogh
454
van Fronsac recompense zal nemen. De querelle tusschen de princesses is geaccommodeert.Wij verstaen dat den marescal de La Motte-Odincourt terugge heeft moeten trecken door een nieuwe revolte van Ribagorza. Dat den paus heeft achtienduizent man in dienst, die van de ligue vijfendetwintichduizent. Dat evenwel 't volck van den paus Bassignano25 op den Grooten Hertogh weder hebben becomen, maer dat die van Venetië groote ravage doen op de zeecuste, van Ancona af tot de mondt van de Po.
De Fransoisen ende 't volck van hertogh Carel houden op van alle hostiliteit, niet alleen bij La Motte, maer oock in Lorraine ende Bourgogne. Bij Thionville is den marquis de Jesvre gebleven door quaede operatie van een mijne ende Gassion zeer gequetst, willende zich verder logeren op een van de bolwercken.26 Maer daerentegen werdt gezegt dat oock den gouverneur van Theonville is gestorven.27 Den hertogh van Angoulisme heeft hier te hove advys gegeven dat don Melo ende Beck comen om Theonville te ontzetten, dat hij zich daerom gaet vougen bij den hertogh van Anguien. Den marescal de Guebrian heeft becomen Marsdorff, Burchorn ende eenige andere cleine plaetzen bij Uberlinge.28
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 8 Aug. 1643 uyt Paris.