eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6891. 1644 juni 4. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Die van de Vereenigde Nederlanden, zoo ick zie, zullen haer in de zaecken van Swede ende Denemarck [niet binden]; maer toonende te letten alleen op haer eigene interest, zullen haerzelve alleen tot vrunden houden. 'tGunt uEd. adviseert van Neef ende Sophi heb ick lang gemerckt.2 Te Munster zullen de gezanten hapermarct3 vind[en]. Ydereen let daer zeer op zijn hoocheit ende alle de werelt heeft het ooge op hetgunt daer passeert.

    Men spreect hier van het belegh van Grevelingen, 'twelck een groot stuck waer.4 't Retardement van 't octroi van Oost-Indië magh pretexten nemen zoo men wil, maer is zeer schadelijck zoo aen 't generael als aen de particulieren.5

    Niet alleen zal het parlement verdeeling vinden over de kerckelijcke regiering, maer

    453

    oock over de jalousie ende misvertrouwen van de communes tegen de lords,6 inzonderheit tegen den grave van Essex.7 Monsieur Casaubon, canonick van Canturberg,8 is van zijne beneficiën gepriveert ende driemal geciteert zijnde bij het parlement, is bij Seldenus9 ende andere vrunden geraiden zich te vertrecken in Vrancrijck.

    4 Iunii 1644.

     

    De uwen van den 25e Mey is wel ontfangen.10

    Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raed in den Hoogen Raide in Hollant, in Den Hage. Port.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot uyt Paris, den 4 Juny 1644.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 37c. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6892.
    2 - Het stoorde Grotius dat de Staten-Generaal zich niet hadden willen binden aan de verplichtingen van het Zweeds-Staats verdrag van 1/11 september 1640. Hij schreef de Staatse afzijdigheid in het Zweeds-Deens conflict toe aan de koele verstandhouding van ‘Neef’ (Frederik Hendrik) met de regering in Stockholm (‘Sophi’).
    3 - ‘Hapermarct’, in de betekenis van getwist en gekijf. In Munster gunden de delegaties ter vredesconferentie elkaar de préséance niet. Gezien de problemen die nu al waren gerezen over de ‘eer en tytulen’, vonden de Staten-Generaal het niet raadzaam om veel haast te maken met de ‘Munstersche besendinge’.
    4 - Het leger van de ‘generalissimus’ Gaston van Orléans had de belegering van Gravelines (Grevelingen) ingezet.
    5 - Het octrooi van de Verenigde Oostindische Compagnie werd in afwachting van een besluit in de discussie over de vereniging van de Oost- en Westindische Compagnieën telkens voor korte perioden (6 weken) verlengd. Op de Amsterdamse beurs daalde de koers van de aandelen.
    6 - In Londen werd gesproken over de samenvoeging van de twee huizen van het Parlement. Het voorstel diende om het verzet van de ‘lords’ tegen de oorlog te breken.
    7 - De ‘oorlogspartij’ in het Lagerhuis had geen vertrouwen meer in de strijdvaardigheid van Robert Devereux, graaf van Essex. Juist toen zijn positie begon te wankelen, behaalde de graaf in Dorset een eclatante overwinning op de koninklijken van prins Moritz (Maurits) van de Palts (CSP Ven. 1643-1647, p. 104 en p. 110-112).
    8 - Mericus Casaubonus (1599-1671) was in het gevolg van zijn vader Isaac naar Engeland gegaan. Na de dood van Isaac Casaubonus (1559-1614) kreeg hij een studiebeurs voor Oxford. Op voorspraak van William Laud verwierf hij in 1628 een kanonikaat in de kathedrale kerk van Canterbury. In die hoedanigheid kwam hij in nauwe correspondentie te staan met de ‘kanunnik’ Gerardus Joannes Vossius. Zijn loyaliteit jegens de aartsbisschop strafte het Parlement af met een arrestatiebevel. In 1649 ontving hij van Oliver Cromwell enig rechtsherstel (DNB IX, p. 261-262).
    9 - De jurist John Selden (1584-1654), lid van het Lagerhuis, probeerde zijn geleerde vrienden enige bescherming te bieden in deze roerige tijden.
    10 - De brief van 25 mei zal Nicolaes van Reigersberch nog ten huize van zijn broer David, rekenmeester van Zeeland, geschreven hebben; vgl. het adres in no. 6871.