eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    4565. 1640 maart 20. Van N. van Reigersberch1.

    Mijnheer,

    Het verhael bij ordre van den conynck van Denemarcken2 ende het placaet van de Staten-Generael gedruckt3, dat ick beyde hiernevens sende, is de principale materie, die wij iegenwoordych hier hebben. Godt geve geen praeludia mogen sijn van een groot quaet, dat met alle middelen dient verhoet, soowel als het betalen van den tol, alsoo beyde die

    153

    extremiteyten den staet seer schadelijck souden sijn ende een expediënt daertegens niet min difficyl.

    In de preparaten van oorlogen ende resolutie van een vrougen optocht continuert men hier, delibererende de heeren Staten iegenwoordych op het aennemen van de waertgelders. Sijn Hoocheyt, die een atteinte heeft gehadt van coortse gecauseert door een colique, is nu wederom heel wel.

    De schaden ter zee houden niet op ende equipert den viant behalven twintych fregatten, die sij boven de twintych scepen naer Spangiën gelopen, noch twintych andere, ende blijft men hier disputeren over de directie van de equipagie.

    Een Westindivaerder uyt Zeelant gelopen geattaqueert van seven fregatten, heeft sijn schip naer een lanck gevecht behouden. De Westindische actiën rijsen ende copen de Portugysen, dat doet presumeren sij goede advisen over Spaengiën hebben.

    Desen 20 Martii 1640.

    Adres: Mijnheer mijnheer de Groot, raedt ende ambassadeur van de coninginne ende crone van Sweden bij den alderchristelijcksten conynck.

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 28 Martij.

    En in dorso: 20 Martij 1640. Reigersberg.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., K. 74j. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Gedrukt Rogge, Br. Nic. v. Reigersb., p. 606. Vermoedelijk antw. op no. 4554; beantw. d. no. 4583.
    2 - Kort Verhael Gelijck hare Koninckl. Majesteyt tot Denemarcken, Noorwegen, etc. deselve aen die vanden Heeren Staten Generael der Vereenigde Nederlanden afghesondene Ghesanten, inde laetst verleden Maenden Iulio, Augusto, Septembri ende Octobri, aennemen, onthouden, tot Persoonlijcke audientie komen, ende op d'aenghebrachte versoeckinghe bescheydentlijck heeft antwoorden laten. Op 't bevel van hooghst-ge-eerde Hare Konincklicke Majesteyt (tot ontdeckinghe vande onghefondeerde, daer van uytghestroyde onwaerheyt) in opene druck uytghegeven. Gedruckt tot Koppenhagen inden Jare 1640. Ende nu t'Amsterdam, voor Ian van Hilten; Knuttel, Cat. v. Pamfl., no. 4695.
    3 - Waerschovwinge dd. 14 maart 1640; dit is wellicht het exemplaar in Stockholm, RA., Gallica 10 (Handlingar tillhörande Hugo Grotii beskickning, 1639-1641); tevens gedr. in C. Cau (ed.), Groot Placaet-Boeck, dl. I, p. 952; zie ook J. Meulman, Cat. v. Tract., Pamfl., no. 2517.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]