563
Mijnheer,
Den rijxdagh van Polen2 is nogh better gesuccedeert, tot contentement van diverse geperturbeerde gemoederen, als men gemeynt. Ick seynde u Ex.cie hiermede in 't kortte de conclusie, sooals mij die van Warschauw gesonden,3 sonder dat se mencie maacken over der steden gravamina ofte zeetoelage van Dansick. Wat diesaengaende in die constitucie, oock in de huldigung, sall met naervolgende4 op meerder informacie volgen.
Veel sijnder nogh van opinie dat men aen de Polse sijde op alle middelen bedacht is den churvorst5 aen die princesse van Polen6 te aliëren. Andere sauden 't over zee liever sien. Ick blijve, mijnheer,
u Ex.cie diener
P. Pels.
10 Octobris 1641, Dansick.
Adres (in andere hand): Sijn Excell.z mijnheer Hugo de Groot, ord.rie ambassadeur van haere koninglijke May.tt ende croon Schweden tot Paris.
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 20 Nov. 1641.
En in dorso: 10 Oct. 1641 Pels.