eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5730. 1642 mei 26. Van N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    De Engelsche ambassadeurs prepareren haer noch ende sullen niet eer reet sijn, voordat

    239

    geoordeelt wort dat haer entremise den conynck dienst can doen.2 Tot noch toe verwijderen de saecken tusschen den conynck ende het parlament meer ende meer. Het parlament hadde een leste aensouck aen den conynck geminuteert. Een edelman, Donderdach voorleden van Jorck bij den conynck aen de coninginne affgesonden, arriveerde hier gisteren3 ende relateert, soo men mij seyt, den conynck blijft persisteren, ende in sulcken cas was het parlement geresolveert de bestierynge van het rijck aen sich te nemen. Veel adels voucht hem bij den conynck ende een groot deel - soo houden hier de hooffsche tijdyngen - van de noortse ingesetenen.

    Het proces tegens den aertsbiscop4 wort bij het parlament begonnen ende eenyge hebben in het parlament dominum Jonson5 socianismi ende arminianismi gesuggilleert, bij occasie dat daer wiert gedelibereert op de continuatie van de coniginne, princen ende princessen van Bohemen.

    Hier is men vast besych om scepen te versamelen die, mits het meerderdeel met soldaten naer boven op de rendevous6 is, qualijck sijn te vinden tot het vervoeren van de Françoisen die van Sint Malo tusschen de vier- ende vijffduysent sterck voor Hellevoet sijn gearriveert.7 Die ongelegentheyt ende een continuelen noortoostenwint sal haer passage seer difficyl maecken ende oock oorsaecke sijn dat het leger ontrent Littoye later bij den anderen comt.

    Sijn Hoocheyt vertreckt Donderdach8 ende [de] coninginne, die het leger garen soude sien, volcht Vrijdach om dien dach haer middachmael te houden ter Goude ende 's avons te wesen tot Utrecht, Saterdachmiddach te Cuilenburch, 's avonts tot Buyren. Den extraordinairen ambassadeur van Portugael toont noch niet ergens anders om gecommen te sijn als om te versoucken restitutie van Sint Tomé ende Loan Sint Pol.9

    Hoe uEd. Rivet tracteren sal, verlange ick te sien.10 Sijn malitie ende quaden aert toont hij genouch, hoeseer onder een beleeffden schijn die soeckt te decken; dat niet dient gedissimuleert dat wel wort gemerckt, hoewel sulcke materiën best sacht worden verhandelt.

    Laurentius, die meer memorie11 als oordeel toont, mach stilswijgende qualijck voorbijgegaen worden. Sijn inleydynge geeft materie om te erinneren de quade proceduyren van commissarisen - die hij rechters noemt - voor die deselve soude wesen vergeten. Ende dat soude bij een missive, gelijck wij hier hebben voor desen gediscoureert, bequamelijck aen de regierders ofte burgemeesters van Amsterdam connen geschieden.

    240

    Van de wedercomste van Salmasius12 sie ick dat de curateurs noch niet seecker sijn. Wat een president genaemt Ab Ano13 heeft geschreven boven sijn prattycque criminelle ende wat uEd. van sijne schriften hout, wilde ick wel weten.

    Desen 26 Mey 1642.

     

    Spierynkx gelt is noch niet ontfangen, soo sleept sijn reyse oock noch.14

    Adres: Mijnheer/mijnheer de Groot, raedt ende ambassadeur ordinaris van de coninginne ende crone van Sweden bij den alderchristelijcksten conynck.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 5 Iunii.

    En in dorso: 26 Maii 1642 N. Reigersberg.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, K 78h. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Gedrukt Rogge (ed.), Br. Nic. v. Reigersb., p. 721 no. 284. Antw. op no, 5721.
    2 - Het vertrek van de Staatse ambassade tot bemiddeling in de Engelse geschillen werd telkens om steeds wisselende redenen uitgesteld (zie bijvoorbeeld CSP Dom. 1641-1643, p. 329).
    3 - Sir William Murray (ca. 1600-1651), de latere graaf van Dysart, jeugdvriend en kamerheer van de koning (DNB XXXIX, p. 407-408; vgl. CSP Ven. 1642-1643, p. 63).
    4 - William Laud (1573-1645), aartsbisschop van Canterbury, zat vanaf maart 1641 gevangen in de Tower. Voorlopig maakte het Parlement niet veel werk van zijn proces (DNB XXXII, p. 185-194).
    5 - Samson Johnson, een vroegere huisgenoot van aartsbisschop Laud, thans predikant van keurvorstin-weduwe Elisabeth Stuart, de ‘Winterkoningin’, in Den Haag, had in 1636 toezicht gehouden op de Oxford-uitgave van Grotius' Defensio fidei catholicae de satisfactione Christi adversus Faustum Socinum (BG no. 925). Zie voor de contacten van Johnson met Grotius, Brandt-Cattenb., Leven II, p. 193, p. 210-211 en p. 370.
    6 - De schans de Voorn was in 1642 wederom het verzamelpunt van het Staatse leger.
    7 - Binnenschepen werden gezocht om de 4/5000 Bretons naar het leger van Guébriant te vervoeren.
    8 - Frederik Hendrik verliet Den Haag op donderdag 29 mei.
    9 - Ambassadeur Francisco de Andrade Leitão had bij zijn eerste verschijnen in de Staten-Generaal (14 mei) het Portugese standpunt uiteengezet in een elegante toespraak in het Latijn (Prestage, The diplomatic relations, p. 183).
    10 - Grotius bedacht ook zijn zwager met een exemplaar van zijn Animadversiones in animadversiones Andreae Riveti (BG no. 1175).
    11 - Jacob Laurentius toonde deze ‘memorie’ in de praefatio ad lectorem van zijn geschrift Hugo Grotius papizans.
    12 - De Leidse hoogleraar Claude Saumaise hield zich vanaf oktober 1640 in Frankrijk op. Slechts zijn vroegere collega André Rivet wist iets van zijn intenties (Leroy, Dernier Voyage, p. 88-90, Leroy-Bots, Corr. Saumaise-Rivet, p. 288-290, en Molhuysen, Bronnen II, p. 268-269).
    13 - Petrus Vanderanus (1530-1594), hoogleraar te Leuven, later president van de Raad van Luxemburg 1571-1594. Behalve een Prochiron, sive Enchiridion judiciarium libri IV, ed. Leuven 1558, schreef deze jurist ook een De privilegiis creditorum commentarius ad Joachimum Hopperum, Antwerpen 1560 (BNB XXVI, kol. 314-315).
    14 - De Zweedse resident in Den Haag, Petter Spiring Silvercrona, wachtte nog op de uitbetaling van de Staats-Zweedse subsidie.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]