eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5857. 1642 augustus 26. Aan A. Oxenstierna.1

    Excellentissime et illustrissime domine,

    Samuel Petitus professor est Nemausi famamque habet suo merito inter Galliae eruditissimos, qui cum domino Durietz medico magnificum perhibuerit testimonium, non dubito ego, qui Petitum bene novi, eius testimonium meo quoque testimonio subsequi planeque sperare utilissimam fore Suediae medici tam insignis operam.2

    Deus, cuius vita et valetudo in manu est, labores eius prosperet faciatque, excellentissime et illustrissime domine, tam vegetam Sublimitatem tuam, ut nullius medici ope indigeat,

    tuae Sublimitatis cultor devotissimus,3
    H. Grotius.

    Lutetiae, XVI/XXVI Augusti 1642.

    Bovenaan de brief in de copie te Leipzig: Argumentum. Medici cuiusdam et Petiti merita refert.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): Axelio Oxenstiernae, regni Suedici cancellario.

    Bovenaan de brief in de copie te Den Haag: Regni Suedici cancellario.

    Notes



    1 - Tekst naar copieboek Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61, 96; gedrukt Oxenst. Skrifter 2. afd., IV, p. 223 na. 442, en Epist. p. 710 no. 1577. Afschrift in copieboek Leipzig, UB, ms. 2633, f. 195 en copieboek Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 3, p. 50. Met betrekking tot de datering valt op te merken dat de brief zoals afgedrukt in de Epistolae, de dagtekening ‘10/20 Augusti’ van het copieboek Den Haag voert.
    2 - Op verzoek van Samuel Petit, hoogleraar te Nîmes (no. 5805), bevestigde ambassadeur Grotius de goede naam van de binnenkort naar Zweden vertrekkende arts Grégoire-François Du Rietz. Aangekomen in Stockholm ontving de Franse medicus de eervolle aanstelling tot eerste lijfarts van koningin Christina.
    3 - De slotformule is ontleend aan de copie Den Haag.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]