eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5927. 1642 oktober 20. Van P. Spiring Silvercrona.1

    Mijnheere,

    Sijn Hoocheit den prince van Oraniën sijnde wt het veld wederom t'huys gecomen vind veel wercks ende een starcke partije tegens hem, die hem sijne actiën niet goet en heeten. Ende onder andere dat hij wt eigene macht ende sonder kennise van diegeene die het behooren te weeten sigh onderstaen heeft volck af te dancken ende den coning in Engelant toe te senden.

    483

    Daertegens beclaegt sigh de coninginne van Engelant dat sijne Hoocheit haer geen genoegen gedaen heeft, nogh haer, soo sij verhoopt hadde, geholpen het gelt, volck en ammonitie voor den coning wt te brengen.2 De prince soude aen haer wederomme 100 m. gulden wt sijne particulire middelen verschooten hebben ende soo weinigh daervoor, als voor de voordesen verschotene penningen, eenighe obligation aengenomen hebben.

    Van de Duitsche armeën is t'sedert mijnen lesten niet schrijfwaerdiges voorgevallen. Men vermeint dat soowel de Sweedsche als de keysersche haere marche nae Bohemen continueren.3 De Sweedsche hebben in passant Limborg met storm innebecomen, de vier daerin gelegene compagniën geruïneert ende Buntzlaw verbrant, ende daer sijn brieven die melden dat sij tot op Leutmaritz souden geavanceert sijn.4 Coningsmarck ligt nogh stille.5 Waerhenen de Wijmersche haeren marche nemen, en can men nogh niet weeten.6 Sij hebben in haer wttocht wt het Ceulsche land Duren, Neus ende Kempen sterck beset gelaten; dit letste met Hessisch volck, ende de twee andere met 30 compagniën, die desen staat nu voor een jaer heeft afgedanckt. Men meint dat de Heeren Staten sullen soecken deselve plaetse te fortificeren ende aen sigh te brengen.

    Den 20 Octobris 1642.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 29 Sept.

    En in dorso: 20 Oct. 1642 Pels/Spierinck.

    Notes



    1 - Hs. München, Bayerische Staatsbibl., Clm 10354, f. 98. Niet ondertek. De brief is van de hand van Spirings secretaris Pieter Pels.
    2 - De prins die op 12 oktober in Den Haag was teruggekeerd, kreeg bij aankomst kritiek van twee kanten te horen. Aan de ene kant uitten de Staten van Holland hun ongenoegen over de wijze waarop soldaten in Staatse dienst afvloeiden naar het leger van Karel I; aan de andere kant verlangde een klagende koningin Henriëtte Maria van Frederik Hendrik meer openlijke steun voor de zaak van haar echtgenoot (S. Groenveld, Verlopend getij, p. 102-104).
    3 - De Zweden en de keizerlijken hadden begin oktober op schootsafstand van elkaar aan de Boheemse grens gelegen (Doc. Boh. VI, p. 438 no. 1329).
    4 - De verovering van de Silezische steden Lwówek Śla̧ski (Löwenberg), Boleslawiec (Bunzlau). Het bezit van de plaats Litoměřice (Leitmeritz) was van belang bij het oversteken van de Elbe.
    5 - De Zweedse generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, zou van Saalfeld naar het noorden oprukken (Gazette 1642, no. 137, dd. 25 oktober 1642).
    6 - Het Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant was op 2 oktober de Rijn overgestoken. Aanvankelijk zag het ernaar uit dat de maarschalk de winter in Westfalen wilde doorbrengen (Episodes Guébriant, p. 290-293).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]