eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6207. 1643 mei 9. Aan [P. Spiring Silvercrona].1

    Des conincx gesonthijt belooft geen lang leven ende loopt dicmael haestigh peryckel door flaeute. Daerentuschen doet de coning veele goede wercken ende doet door de predicateurs de gemeente verseeckeren dat hij haer de vrede wil geven om te erkennen haere gebeden, waerdoor hij sigh vind verlight. De Spaignaerden toonen oock van de vreede niet vreemd te sijn. Hebben tot dien einde aen de hertoginne van Orleans doen presenteren sooveel gelt als sij begeerde, haere Hooghijt doen vergeselschappen door veele groote vrouwen van 't lant tot Peronne toe.2 Haer man sal haer tegemoetgaen te Senlis.

    Op die frontieren geschiet niets. Den marquis de Jesvres heeft vijfduysent man bij

    254

    Chalon,3 don Melo oock eenige bij Douay. Daer valt tusschen beiden eenige handeling onder pretext van wisselen van gevangenen.4 La Milleray gaet nae Langres met twalefduysent te voet, duysenttweehondert te paerd.5 In Catalagne hooren wij niet dat iets geschiet. 't Casteel van Tortona werd gedespereert. Darentusschen heeft prince Thomas Asti met de citadelle becomen.6 Den paus sterckt gestadigh Rome met muren ende wallen, dreyght in te willen vallen in het Modenis. Den hertogh van Parme heeft bij Playsance tweeduysentvierhondert te paerd, vierduysent te voet, ende meent met dat volck ende eenige van Modena 't Ferrarois aen te tasten. Den Groote Hertogh verclaert sigh nogh niet, maer delibereert met die van Venetië.7

    In Duytslant heeft den graef van Guebrian eenigh volck ontfangen ende licht wat hij kan uyt de naburighe garnisoenen8 met intentie, soo men meent, om Offenburg te belegeren terwijle Uberlingue van verre blijft geblocqueert.9 't Beyersche volck is nae Burgau, den hertogh van Beyeren seer sieck aen de loop. De princen die te Franckfort10 de haere hebben gehad, gelooven dat het gerught hetwelck hij heeft gestroit van sijne handelinge met Vranckrijck om de drie kreizen te stellen in neutralitijt, alleen gedient heeft om de landen aen de Ens van de keyser te becomen, waervan men meent hij secretelijck heeft gehandelt. In de churfurstelijcke bijeenkomste is de opinie geweest van veele soo churfursten als princen die haer gedeputeerden daer hadden dat men sigh most vasthouden aen den keyser ende 't Rijck, maer niet aen Spagnie. Waertegen die van Saxen11 sigh heeft geopposeert verhalende de groote diensten bij Spaigne gedaen aen 't Rijck ende 't huys van Oostenrijck. De amnestie is vannieuws wat gepleistert, de saecke van de Pals gewesen op een handeling appart, de saecke van de justitie ende 't camergericht van Spier uytgestelt tot een vreedsamer tijt ende gesproocken van een generale rijcxdagh te Regensburg.

    Den prince van Condé is grand maistre gemaeckt van 't huys van de coning, welcke charge voordese gehad heeft de grave van Soissons.12 Den marquis de Bressé [is] ontfangen

    255

    als duc en pair13 ende waght ontfangen te werden als admirael. Chomberg,14 Liancourt,15 Milleray,16 de Jesvres,17 Chastillon18 hoopen mede te werden ducs et pairs. Den hertogh van Longeville is boven de declaratie geassumeert in den raed die alles verhandelt.19

    De Spaignaerden hebben uyt de Palts haer volck nae Lutzenburg getrocken. De Fransoisen hebben begonnen aen Ferdinand den Derde te geven de titel van keyser.20 Men meent den coning op het uyterste is. Uyt het register van de Bastille blijckt dat aldaer sijn gestelt van tijt tot tijt tweeduysentvijfhondert menschen door ordre van de cardinael de Richilieu.21 De declaratie van de coning om den hertogh van Longeville te vougen bij de regeerende raed is in 't parlement geverifieert. Den paus heeft weghgenomen het interdict tegen Luca.22

    Bovenaan de copie staat: Paris, den 9 May 1643.

    En in dorso: Paris, den 9 May 1643.

    Notes



    1 - Het origineel dat vermoedelijk weer een copie is van een niet teruggevonden nieuwsbrief aan Nicolaes van Reigersberch dd. 9 mei 1643, is verloren. Copie (zonder adres en ondertekening), afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 9/19 mei 1643).
    2 - Koning Lodewijk XIII († 14 mei 1643) hief zijn bezwaren tegen de echtverbintenis van zijn broer Gaston met Margaretha van Lotharingen op. Eind april werd een bode naar Brussel gezonden om de prinses op de hoogte te stellen van het goede nieuws (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 36-37).
    3 - Opperbevelhebber Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, en zijn ondercommandanten François de l'Hospital, graaf van Rosnay, sieur du Hallier, en Louis Potier, markies van Gesvres, volgden op een afstand de Spaanse troepenbewegingen in de omgeving van Valenciennes en le Quesnoy.
    4 - Don Francisco de Melo, gouverneur van de Zuidelijke Nederlanden, was al eerder benaderd met een Frans verzoek om vrijlating van luitenant-generaal Josias Rantzau, heer te Bothkamp (Aumale, Histoire desprinces de Condé IV, p. 147-148).
    5 - Het leger van Charles de La Porte, markies van La Meilleraye, zou spoedig ontbonden worden; vgl. no. 6226.
    6 - De stad Asti viel op 3 mei in handen van prins Tommaso Francesco van Savoye. IJlings wierpen de Spaanse belegeraars van Tortona nieuwe blokkaden op in de omgeving van Acqui en Alessandria (Claretta, Storia della Reggenza II, p. 28-29).
    7 - Venetië, groothertog Ferdinando II van Toscane en Francesco I d'Este, hertog van Modena, werkten nog steeds aan een vreedzame oplossing van het conflict tussen de paus en Odoardo Farnese, hertog van Parma, over de rechten op het hertogdom van Castro.
    8 - Het Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant had zich in het dal van de Kinzig genesteld.
    9 - Ueberlingen werd omsingeld door eenheden van het Zwabisch-Beierse leger van Johan van Werth en François de Mercy (Gazette 1643, no. 56, dd. 9 mei 1643).
    10 - Tijdens de ‘Deputationstag’ in Frankfort kwam aan het licht dat de ‘Fürstenrat’ aanstoot nam aan de op eigen belang gerichte politiek van hertog Maximiliaan I van Beieren in de Zuidduitse kreitsen.
    11 - De keurvorst van Saksen had zijn vertegenwoordigers pas in december 1642 naar de ‘Deputationstag’ gezonden. Men wachtte nu nog op de komst van de afgevaardigde van keurvorst Friedrich Wilhelm van Brandenburg (Dickmann, Der Westfälische Frieden, p. 113-117). De laatste arriveerde op het moment dat de Saksers protest aantekenden tegen de keizerlijk-Beierse plannen om alle netelige vraagstukken op de lange baan te schuiven (Urk. u. Act. I, p. 815-816).
    12 - De waardigheid van ‘grand maistre de France’ nam de prins over van zijn op het slagveld van La Marfée omgekomen neef Louis de Bourbon, graaf van Soissons († 6 juli 1641) (Aumale, Histoire des princes de Condé III, p. 443-444 en p. 479-481).
    13 - Admiraal Jean-Armand de Maillé (1619-1646), markies van Brezé, neef van de overleden kardinaal en zwager van de hertog van Enghien, was door zijn oom bedacht met de titel, en waardigheid van hertog van Fronsac (Tallemant des Réaux I, p. 323 en p. 1001-1002). Minder vanzelfsprekend verliep de verlening van de eretitel ‘amiral de France’; zie no. 6322.
    14 - Maarschalk Charles de Schomberg, sinds 1641 weduwnaar van Anne, hertogin van Halluin, verlangde een bevestiging van zijn rechten op het hertogdom (Tallemant des Réaux I, p. 624-625 en p. 1231-1232).
    15 - Roger du Plessis († 1674), markies van Liancourt, ‘premier ecuyer’ van koning Lodewijk XIII, kreeg in 1644 op voorspraak van kardinaal Jules Mazarin recht op de titel van hertog van La Roche-Guyon. In 1663 ontving hij de officiële verheffing (Lettres Mazarin I, p. 339-340).
    16 - Maarschalk Charles de La Porte (1602-1664), markies van La Meilleraye, zou nog twintig jaar moeten wachten op de omzetting van zijn markizaat in een hertogdom (Tallemant des Réaux I, p. 324-333 en p. 1003-1008).
    17 - Louis Potier (ca. 1610 - † 4 augustus 1643), markies van Gesvres, sneuvelde tijdens de belegering van Thionville. De hem toegedachte hertogstitel viel in 1648 toe aan René Potier de Gesvres (1579-1670) (DBF XV, kol. 1412-1413 en Lettres Mazarin I, p. 277).
    18 - Gaspard III de Coligny (1584-1646), markies van Châtillon, maarschalk van Frankrijk sinds 1620, ontving op 18 augustus 1643 de verheffing van zijn landgoed Châtillon tot ‘duché-pairie’ (Tallemant des Réaux II, p. 102-105 en p. 1002-1004, en DBF VIII, kol. 802-803).
    19 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville, werd opgenomen in de op 20 april geproclameerde regentschapsraad (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 38). Tegelijkertijd werd bekendgemaakt dat de koning hem ook de leiding over de Franse delegatie ter vredesconferentie had toevertrouwd (Gazette 1643, no. 57, dd. 9 mei 1643). Zijn legertaken in Italië zouden worden overgenomen door Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne.
    20 - Volgens de redenering van kardinaal de Richelieu mocht de keizer slechts aanspraak maken op de titel ‘roi de Hongrie’.
    21 - De ‘grote kardinaal’ liet de sleutels van de Bastille naar eigen believen rinkelen.
    22 - Een geschil over de kerkelijke jurisdictie had ertoe geleid dat paus Urbanus VIII de stad Lucca op 2 april 1640 een interdict had opgelegd. Van deze straf werd de stad eind maart 1643 ontheven verklaard (Pastor, Gesch. Päpste XIII 2, p. 712-713).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]