eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6214. 1643 mei 14. Van J. Oxenstierna.1

    Magnifice et generose domine,

    Periculum virium inter se fecerunt Torstensonius et Gallasius. Ille cum animadvertisset caesareum exercitum per Bohemiam in hiberna dispersum esse, simulavit cordi sibi esse Olmensibus suppetias ferre. Praemissae copiae fidem fecere eius intentionis apud hostem, qui visis ambagibus quas noster emetiri necesse habuit securior factus, aditum quendam e Lusatia in Bohemiam minus observat. Huic intentus Torstensonius irrumpit per claustra Bohemiae, ubi Croatarum aliquot regimentis inexpectatus supervenit captisque vicecolonello et aliis officialibus cum sarcinis omnibus, reliquos fudit et Gallasium cis Albim compulit.2 Tenent nunc nostri Leutmaritzium et alia loca Bohemiae.

    265

    Literae quas heri accepi in castris ad Lochevitz3 scriptae erant. Exercitus nunc novissimis hospitiis recreatus, etiam salute et convalescentia Torstensonii, quem podagra ad tempus afflixerat, maxime laetatur. Stalhanschius,4 qui nuper hic Stetini e coniugis meae5 gynaeceo duxit uxorem, sobrinam campimareschalli Hornii, in itinere est cum supplemento egregio, quod e maritimis locis conquisitum est.6 Konigsmarkius agmine suo alteram partem Bohemiae infestat in transitu7 et deinde in Franconiam et Vestphaliam tendere constituit.

    Hic Stetini indutiarum tractatus cum electoris Brandeburgici legatis redintegratus est.8 Spero felicem eius eventum et exinde nostrae parti robur non invalidum. Quae rex christianissimus in casum mortis suae disposuerat9 et residenti suo Sancti Romano10 eius causa perscripsit, hodie vidi.

    Deus det eius Maiestati annos quos me(ruit) quosque illi optat orbis christianus. Quibus Magnificentiam vestram Deo officiosissime commendo maneoque,

    Magnificentiae vestrae ad amica officia paratus,
    Johannes Oxenstierna.

    Stetini, 4 Maii 1643.

    In dorso staat: Die 4 Maii anni 1643. Ad legatum dominum Hugonem Grotium. Johann. Oxenst.

    Notes



    1 - Minuut Stockholm, RA, E 915, coll. J.A. Oxenstierna ser. A II, Koncept G. De talrijke doorhalingen en verbeteringen van de hand van de opsteller van deze brief zullen niet worden gesignaleerd.
    2 - De nieuwe bevelhebber van het keizerlijke leger Matthias, graaf Gallas, moest een opmars van de Zweden in de richting van Moravië verhinderen. Op 23 april ontving hij van de keizer toestemming ten noorden en ten westen van de Zweedse garnizoensstad Olomouc versterkingen aan te brengen (Doc. Boh. VI, p. 476 no. 1465). Korte tijd later vernam de graaf tot zijn ontzetting dat het leger van Lennart Torstensson bij Turnov Bohemen binnengevallen was (Doc. Boh. VI, p. 478-479, nos. 1472-1475, en Gazette 1643, no. 59, dd. 16 mei 1643).
    3 - Het Zweedse hoofdkwartier was gevestigd te Loukovec (Lockowitz) bij Mnichovo Hradiště (Münchengrätz) (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 400-401).
    4 - De Zweedse generaal-majoor Torsten Stålhandske (1594-1644), een van de helden van de slag bij Breitenfeld (2 november 1642), had de hand gevraagd en gekregen van Christina (1604-1673), dochter van rijksraad Arvid Henriksson Horn († ca. 1606) en nicht van maarschalk Gustav Karlsson Horn (BLS N.F. X, p. 191-199, en SBL XIX, p. 345 en p. 349).
    5 - Gravin Anna Margaretha Sture (overleden te Osnabrück op 5 augustus 1646) volgde haar echtgenoot Johan Oxenstierna op diens diplomatieke reizen (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen II, p. 407).
    6 - De Gazette 1643, no. 56, dd. 9 mei 1643, kwam met het nieuws dat Torsten Stålhandske met 3000 man op weg was naar het Zweedse hoofdkwartier; zie ook Doc. Boh. VI, p. 470 no. 1438 en p. 480 no. 1478.
    7 - Ruiters van het expeditieleger van de Zweedse generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, waren eind april bij Torgau de Elbe overgestoken (Doc. Boh. VI, p. 477-478, nos. 1469, 1472, 1473). Op 2 mei werd de voorhoede van zijn leger al in de omgeving van Chemnitz gesignaleerd (Doc. Boh. VI, p. 479-480, no. 1477).
    8 - De Brandenburgse commissarissen Sigismond von Götze en Gerhard Rumelian Leuchtmar von Kalcheim kwamen eind april in Stettin aan. Met de Zweedse onderhandelaar Johan Oxenstierna werd gesproken over de ratificatie van het in 1641 overeengekomen Zweeds-Brandenburgs wapenstilstandsverdrag (Urk. u. Act. I, p. 595-597, en XXIII-1, p. 44-48).
    9 - Koning Lodewijk XIII († 14 mei 1643) had op 20 april zijn wensen met betrekking tot de samenstelling van de toekomstige regentschapsraad openbaar gemaakt.
    10 - De Franse resident te Hamburg, Melchior de Harod de Senevas, markies van Saint-Romain.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]